De bevinding wordt gemeld in het wetenschappelijke tijdschrift Nature Geoscience.
Lisiecki voerde haar analyse van het klimaat uit door oceaansedimentkernen te onderzoeken. Deze kernen zijn afkomstig van 57 locaties over de hele wereld. Door het analyseren van sedimenten zijn wetenschappers in staat het klimaat van de aarde gedurende miljoenen jaren in het verleden in kaart te brengen. Lisiecki’s bijdrage is het koppelen van de klimaatgegevens aan de geschiedenis van de aardbaan.
Het is bekend dat de aardbaan om de zon elke 100.000 jaar van vorm verandert. De baan wordt met deze tussenpozen ofwel meer rond ofwel meer elliptisch. De vorm van de baan staat bekend als de “excentriciteit”. Een verwant aspect is de 41.000-jarige cyclus in de kanteling van de aardas.
Glaciatie van de aarde vindt ook elke 100.000 jaar plaats. Lisiecki ontdekte dat de timing van veranderingen in het klimaat en de excentriciteit samenvielen. “De duidelijke correlatie tussen de timing van de verandering van de baan en de verandering van het klimaat op aarde is een sterk bewijs van een verband tussen de twee,” zei Lisiecki. “Het is onwaarschijnlijk dat deze gebeurtenissen niet met elkaar te maken zouden hebben.”
Naast het vinden van een verband tussen verandering in de vorm van de baan en het begin van de ijstijd, vond Lisiecki nog een verrassend verband. Zij ontdekte dat de grootste glaciale cycli zich voordeden tijdens de zwakste veranderingen in de excentriciteit van de aardbaan — en omgekeerd. Ze ontdekte dat de sterkere veranderingen in de aardbaan samenvielen met zwakkere veranderingen in het klimaat. “Dit kan betekenen dat het klimaat van de aarde niet alleen gevoelig is voor veranderingen in de aardbaan, maar ook een interne instabiliteit vertoont,” aldus Lisiecki.
Zij concludeert dat het patroon van klimaatveranderingen in de afgelopen miljoen jaar waarschijnlijk te maken heeft met ingewikkelde interacties tussen verschillende delen van het klimaatsysteem, alsmede met drie verschillende orbitale systemen. De eerste twee orbitale systemen zijn de excentriciteit en de kanteling van de baan. Het derde is “precessie”, of een verandering in de oriëntatie van de rotatie-as.