Mussolini’s beweging raakte een snaar bij mensen uit de lagere middenklasse. Aanhangers droegen zwarte hemden en vormden privé-milities. In 1922 dreigde Mussolini met een mars naar Rome om de regering over te nemen. Koning Victor Emmanuel capituleerde voor dit dreigement en vroeg Mussolini een regering te vormen. Eenmaal aan de macht schafte Mussolini alle andere politieke partijen af en begon hij Italië om te vormen tot een fascistische staat.
In eerste instantie zagen Italianen en buitenlandse waarnemers Mussolini als een sterke leider die de nodige discipline bracht in de economie en de sociale structuur van Italië. Hij stak geld in de opbouw van de infrastructuur van een modern land. In een land dat bekend staat om zijn wanorde, werd gezegd dat Mussolini de treinen op tijd liet rijden. Hij schafte echter ook vakbonden af en sloot kranten die de partijlijn niet volgden. Hij gebruikte de politie om zijn heerschappij af te dwingen en zette duizenden mensen gevangen vanwege hun politieke opvattingen.
In de jaren dertig streefde Mussolini ernaar van Italië een internationale macht te maken. In 1935 viel Italië het Oost-Afrikaanse land Ethiopië binnen. Mussolini negeerde de eis van de Volkenbond om zich terug te trekken en ging over tot verovering van het land. In 1936 stuurde hij Italiaanse troepen om het loyalistenleger van generaal Francisco Franco in de Spaanse burgeroorlog te steunen. Tegen het einde van de jaren dertig kwam Mussolini ook dichter in de buurt van ADOLF HITLER en nazi-Duitsland. In 1939 viel hij het nabijgelegen Albanië binnen.
Mussolini kwam pas in juni 1940 in de Tweede Wereldoorlog terecht, toen hij het zuiden van Frankrijk binnenviel. Aanvankelijk leek zijn alliantie met Hitler gunstig. Het Italiaanse leger leed echter een nederlaag in Noord-Afrika, en de geallieerden vielen in 1943 Sicilië binnen. Mussolini’s regime brokkelde af. Koning Victor Emmanuel ontsloeg Mussolini als staatshoofd op 25 juli 1943. Mussolini werd korte tijd gevangen gezet, maar Duitse troepen bevrijdden hem. Hitler gaf Mussolini de opdracht een Italiaanse marionettenstaat te leiden in Noord-Italië, dat toen onder controle van de Duitse strijdkrachten stond. Toen de geallieerden in 1945 naar het noorden trokken, probeerde Mussolini naar Zwitserland te ontsnappen. Hij werd gevangen genomen door Italiaanse partizanen en op 28 april 1945 gefusilleerd. De lichamen van Mussolini en zijn maîtresse, Clara Petacci, werden in de straten van Milaan aan een joelende menigte getoond.