Hoewel bevers vegetariërs zijn en nooit vis eten, zijn er toch vele manieren waarop ze op elkaar inwerken. De positieve effecten van beveractiviteit op vispopulaties vloeien grotendeels voort uit hakhout en het creëren van habitats. Beide functies zorgen voor een veel grotere diversiteit van rivierhabitats die door vissen kunnen worden benut. Het kappen van grote bomen in waterlopen kan riffle-systemen creëren die toekomstige paaiplaatsen bieden, terwijl de diversiteit van poelen en kanalen van verschillende diepte en temperatuur een breed habitatbereik biedt voor een verscheidenheid van vissoorten. De beveractiviteit verhoogt de habitatgeschiktheid voor vele ongewervelde soorten, wat leidt tot een aanzienlijke toename van zowel de soortenrijkdom als de biomassa. Veel van deze soorten vormen een voedselbron voor vissen.
Het belangrijkste potentiële negatieve effect van bevers op vispopulaties is dat hun stuwcomplexen negatieve effecten kunnen hebben op de migratie en dispersie van vissen. Zij kunnen ook gevolgen hebben voor de paaigronden en de watertemperatuur. Deze potentieel negatieve effecten kunnen echter door een adequaat beheer worden voorkomen. Uit een hele reeks gegevens uit Scandinavië en Noord-Amerika blijkt dat de meeste beverdammen meestal voor zalmachtigen passeerbaar zijn en dat er geen duidelijk bewijs is van een negatief verband tussen beveractiviteit en zalmachtigen op stroomgebiedniveau. Zonder een passend beheer zouden er tijdens de droge herfst negatieve effecten kunnen zijn op de migratie van zalmachtigen in kleinere zijrivieren met actieve beverdammen, hoewel dit effect waarschijnlijk sterk plaatsgebonden is. De meeste potentiële negatieve effecten van bevers op vissen houden verband met de bouw van dammen. Hoewel het niet waarschijnlijk is dat deze activiteit significante effecten zal hebben op vispopulaties op stroombekkenniveau, is het wel het belangrijkste probleem waarover in Groot-Brittannië bezorgdheid is geuit. Als er juridisch adequate beheersstrategieën beschikbaar zijn, met inbegrip van het afmaken van bevers waar dat nodig is om conflicten te voorkomen, zullen bevers waarschijnlijk een netto gunstig effect hebben op de meeste vissoorten, met inbegrip van die van commercieel en recreatief belang.
Kemp, P.S., Worthington, T.A., Langford, T.E.L., Tree, A.R.J., Gaywood, M.J., 2011. Kwalitatieve en kwantitatieve effecten van geherintroduceerde bevers op beekvissen. Fish and Fisheries 13, 158-181.