door Albert Fish
- sister projects: Wikidata item.
Albert Fish was een Amerikaanse seriemoordenaar die aasde op jonge kinderen. Hij was zelf als kind mishandeld en vond het heerlijk om zijn slachtoffers te martelen voordat hij ze uiteindelijk vermoordde. Tijdens het proces pleitte hij ontoerekeningsvatbaar en hield vol dat hij had gehandeld in opdracht van God. De volgende brief werd op 12 november 1934 aan de ouders van Grace Budd gestuurd.
– Uittreksel uit Albert Fish op Wikipedia, de vrije online encyclopedie.
Mijn lieve Mrs. Budd,
In 1894 voer een vriend van mij als dekhulp op de stoomboot Tacoma, Kapt. John Davis. Ze zeilden van San Francisco naar Hong Kong in China. Daar aangekomen ging hij met twee anderen aan wal en werd dronken. Toen ze terugkwamen was de boot weg.
In die tijd was er hongersnood in China. Alle soorten vlees kostten tussen de 1 en 3 dollar per pond. De ellende onder de allerarmsten was zo groot dat alle kinderen onder de 12 werden verkocht voor voedsel om te voorkomen dat anderen verhongerden. Een jongen of meisje onder de 14 was niet veilig op straat. Je kon elke winkel binnengaan en vragen om biefstuk – karbonade – of stoofvlees. Een deel van het naakte lichaam van een jongen of meisje werd tevoorschijn gehaald en er werd uitgesneden wat je wilde. Het achterste van een jongen of meisje, het zoetste deel van het lichaam, dat als kalfskotelet werd verkocht, bracht de hoogste prijs op.
John bleef daar zo lang dat hij de smaak voor mensenvlees te pakken kreeg. Bij zijn terugkeer naar N.Y. stal hij twee jongens, een van 7 en een van 11. Nam ze mee naar zijn huis, kleedde ze uit en bond ze vast in een kast. Daarna verbrandde hij alles wat ze aanhadden. Verscheidene keren, elke dag en nacht, sloeg hij hen — martelde hen — om hun vlees goed en mals te maken.
Eerst doodde hij de 11 jarige jongen, omdat hij de dikste kont had en natuurlijk het meeste vlees eraan. Elk deel van zijn lichaam werd gekookt en gegeten, behalve het hoofd – botten en ingewanden. Hij werd geroosterd in de oven (zijn hele kont), gekookt, gebraden, gefrituurd en gestoofd. De kleine jongen was de volgende, ging dezelfde weg. In die tijd woonde ik op 409 E 100 st., vlakbij — rechts. Hij vertelde me zo vaak hoe goed mensenvlees was, dat ik besloot het te proeven.
Op zondag 3 juni –1928 kwam ik bij je langs op 406 W 15 St. Ik bracht je pot kaas — aardbeien. We hebben geluncht. Grace zat op m’n schoot en kuste me. Ik nam me voor haar op te eten.
Onder het voorwendsel haar mee te nemen naar een feestje. Je zei ja dat ze kon gaan. Ik nam haar mee naar een leeg huis in Westchester dat ik al had uitgezocht. Toen we daar aankwamen, zei ik dat ze buiten moest blijven. Ze plukte wilde bloemen. Ik ging naar boven en ontdeed me van al mijn kleren. Ik wist dat als ik dat niet deed, haar bloed erop zou komen.
Toen alles klaar was, ging ik naar het raam en riep haar. Toen verstopte ik me in een kast tot ze in de kamer was. Toen ze me helemaal naakt zag, begon ze te huilen en probeerde de trap af te rennen. Ik pakte haar vast en ze zei dat ze het haar moeder zou vertellen.
Eerst kleedde ik haar uit. Hoe ze schopte, beet en krabde. Ik verstikte haar, sneed haar in kleine stukjes zodat ik mijn vlees naar mijn kamers kon brengen. Om het te koken en op te eten. Hoe zoet en mals haar kleine kontje geroosterd was in de oven. Het kostte me 9 dagen om haar hele lichaam op te eten. Ik heb haar niet geneukt, hoewel ik dat wel had gekund als ik had gewild. Ze stierf als maagd.