Een dagvaarding kan worden betekend aan een vereniging zonder rechtspersoonlijkheid (inclusief een maatschap) door afgifte van een kopie van de dagvaarding en van de klacht:
(a) Indien de vereniging een vennootschap onder firma of een commanditaire vennootschap is, aan de persoon die als gemachtigde voor de betekening is aangewezen zoals bepaald in sectie 24003 van de Corporations Code of aan een beherend vennoot of de algemeen directeur van de vennootschap;
(b) als de vereniging geen algemene of commanditaire vennootschap is, aan de persoon die is aangewezen als gemachtigde voor de betekening van proces zoals voorzien in sectie 24003 van de Corporations Code of aan de voorzitter of een ander hoofd van de vereniging, een vicevoorzitter, een secretaris of assistent-secretaris, een penningmeester of assistent-penningmeester, een algemeen manager, of een persoon die door de vereniging is gemachtigd om betekeningen te ontvangen; (c) wanneer dit is toegestaan door sectie 15700 of 24007 van de Corporations Code, zoals voorzien door de toepasselijke sectie.
§ 416.50
(a) Een dagvaarding kan worden betekend aan een openbare entiteit door het afleveren van een kopie van de dagvaarding en van de klacht aan de griffier, secretaris, voorzitter, voorzittende ambtenaar, of een ander hoofd van haar bestuursorgaan.
(b) Zoals gebruikt in deze sectie, “openbare entiteit” omvat de staat en elk bureau, afdeling, divisie, bureau, raad, commissie, of agentschap van de staat, de Regenten van de Universiteit van Californië, een graafschap, stad, district, openbaar gezag, openbaar agentschap, en elk ander politiek onderdeel of overheidsbedrijf in deze staat.
§ 416.60
Een dagvaarding kan aan een minderjarige worden betekend door afgifte van een afschrift van de dagvaarding en van de klacht aan diens ouder, voogd, conservator of soortgelijke vertrouwenspersoon, of, indien een dergelijke persoon met redelijke zorgvuldigheid niet kan worden gevonden, aan iedere persoon die de zorg of het toezicht over die minderjarige heeft of bij wie hij woont of in dienst is, en aan de minderjarige indien deze ten minste 12 jaar oud is.
§ 416.70
Een dagvaarding kan worden betekend aan een persoon (niet zijnde een minderjarige) voor wie een voogd, conservator of soortgelijke zaakwaarnemer is aangesteld door afgifte van een afschrift van de dagvaarding en van de klacht aan diens voogd, conservator of soortgelijke zaakwaarnemer en aan deze persoon, maar om gegronde redenen kan de rechtbank waarbij de vordering aanhangig is gemaakt, afzien van afgifte aan deze persoon.
§ 416.80
Wanneer toegestaan door artikel 11 van de Kieswet, kan een dagvaarding worden betekend zoals bepaald in dat artikel.
§ 416.90
Een dagvaarding kan worden betekend aan een persoon die niet anders in dit artikel is vermeld, door een afschrift van de dagvaarding en van de klacht af te geven aan die persoon of aan een persoon die door hem is gemachtigd om betekening in ontvangst te nemen.
§ 417.10
Het bewijs dat een dagvaarding aan een persoon binnen deze staat is betekend, wordt geleverd:
(a) Indien betekend op grond van artikel 415.10, 415.20 of 415.30, door de beëdigde verklaring van degene die de betekening of kennisgeving heeft verricht, met vermelding van het tijdstip, de plaats en de wijze van betekening of kennisgeving en van feiten waaruit blijkt dat de betekening of kennisgeving overeenkomstig dit hoofdstuk is geschied. In deze verklaring moet de naam van degene aan wie een afschrift van de dagvaarding en de klacht is betekend, worden vermeld of op andere wijze worden aangetoond, alsmede, in voorkomend geval, zijn titel of de hoedanigheid waarin hij is gediend, en dat de in artikel 412.30 voorgeschreven kennisgeving op het betekende afschrift van de dagvaarding is verschenen, indien dit inderdaad het geval is geweest. Indien de betekening overeenkomstig Section 415.30 per post is geschied, omvat het bewijs van betekening de ontvangstbevestiging van de dagvaarding in het formulier waarin die Section voorziet, of een andere schriftelijke bevestiging van ontvangst van de dagvaarding die door de rechtbank wordt aanvaard.
(b) Indien de betekening overeenkomstig Section 415.50, door de beëdigde verklaring van de uitgever of drukker, of diens voorman of hoofdgriffier, waaruit de tijd en plaats van publicatie blijkt, alsmede een beëdigde verklaring waaruit de tijd en plaats blijkt waarop een afschrift van de dagvaarding en van de klacht aan de te betekenen partij zijn toegezonden, indien deze daadwerkelijk zijn toegezonden.
(c) Indien betekend krachtens een andere wet van deze staat, op de wijze als in die wet is voorgeschreven of, indien geen wijze is voorgeschreven, op de wijze als in deze sectie is voorgeschreven voor het bewijs van een soortgelijke wijze van betekening.
(d) Door de schriftelijke bekentenis van de partij.
(e) Indien betekend door aanplakking ingevolge Section 415.45, door de beëdigde verklaring van de persoon die het pand heeft aangeplakt, waaruit de tijd en plaats van aanplakking blijkt, alsmede een beëdigde verklaring waaruit de tijd en plaats blijkt waarop afschriften van de dagvaarding en de klacht aan de te betekenen partij zijn toegezonden, indien deze daadwerkelijk zijn toegezonden.
§ 417.20
Het bewijs dat een dagvaarding aan een persoon buiten deze staat is betekend, wordt geleverd:
(a) Alle bewijzen van persoonlijke betekening worden gesteld op een formulier dat is vastgesteld door de Raad voor de Rechtspraak.
(b) op de wijze als is voorgeschreven in de rechterlijke beslissing krachtens welke de betekening is geschied;
(c) behoudens eventuele aanvullende eisen, gesteld door de rechterlijke instantie waarbij de vordering aanhangig is, op de wijze als is voorgeschreven in de wet van de plaats waar de persoon wordt gedagvaard voor het bewijs van betekening in een procedure voor haar gerechten van algemene rechtsmacht; of
(d) door de schriftelijke toelating van de partij.
(e) indien betekend door aanplakking overeenkomstig Section 415.45, door de beëdigde verklaring van de persoon die het pand heeft aangeplakt, waaruit het tijdstip en de plaats van aanplakking blijken, alsmede een beëdigde verklaring waaruit het tijdstip en de plaats blijken waarop afschriften van de dagvaarding en van de klacht per post aan de te betekenen partij zijn verzonden, indien deze daadwerkelijk per post zijn verzonden.
§ 417.30
(a) Nadat een dagvaarding aan een persoon is betekend, moet de dagvaarding worden teruggezonden tezamen met het bewijs van betekening zoals bepaald in Section 417.10 of 417.20, tenzij de gedaagde eerder een algemene verschijning heeft gemaakt.
(b) Indien een dagvaarding verloren gaat nadat betekening heeft plaatsgevonden, maar voordat deze is teruggezonden, kan een beëdigde verklaring van degene die de betekening heeft verricht, waaruit het tijdstip, de plaats en de wijze van betekening blijken alsmede feiten waaruit blijkt dat deze betekening in overeenstemming met dit hoofdstuk is geschied, worden teruggezonden met hetzelfde gevolg als wanneer de dagvaarding zelf zou zijn teruggezonden.
§ 417.40
Een bewijs van betekening dat is ondertekend door een persoon die is geregistreerd krachtens hoofdstuk 16 (beginnend met sectie 22350 Bus. & Prof.) van divisie 8 van de Business and Professions Code of zijn werknemer of onafhankelijke contractant moet het district vermelden waarin hij is geregistreerd en het nummer dat aan hem is toegewezen krachtens sectie 22355 Bus. & Prof. van de Business and Professions Code.
§ 2015.3
Het certificaat van een sheriff, marshal, of de griffier van de superior of municipal court, heeft dezelfde kracht en uitwerking als zijn of haar beëdigde verklaring.
§ 2015.5
Wanneer, krachtens enige wet van deze staat of krachtens enige regel, voorschrift, beschikking of vereiste uitgevaardigd krachtens de wet van deze staat, enige aangelegenheid moet of mag worden ondersteund, bewezen, vastgesteld of bewezen door de beëdigde verklaring, verklaring, verificatie, certificaat, eed of beëdigde verklaring, schriftelijk afgelegd door de persoon die deze aflegt (anders dan een depositie, of een ambtseed, of een eed die moet worden afgelegd ten overstaan van een bepaalde ambtenaar anders dan een notaris), kan deze aangelegenheid met gelijke kracht en gevolg worden ondersteund, worden gestaafd, bewezen, vastgesteld of bewezen door middel van een schriftelijke verklaring, verklaring, verificatie of certificaat zonder ede, van een dergelijke persoon, waarin wordt verklaard dat de verklaring of het certificaat door hem of haar voor eensluidend is verklaard op straffe van meineed, door hem of haar is ondertekend, en (1) indien het in deze staat is opgesteld, de datum en plaats van uitvoering vermeldt, of (2) indien het is opgesteld op een willekeurige plaats, binnen of buiten deze staat, de datum van uitvoering vermeldt en dat het als zodanig is gecertificeerd of verklaard krachtens de wetten van de staat Californië. De certificering of verklaring kan in hoofdzaak de volgende vorm hebben:
Indien uitgevoerd binnen deze staat
“Ik verklaar (of verklaar) op straffe van meineed dat het voorgaande waarheidsgetrouw en juist is”:
_______
(datum en plaats)_______
(handtekening)
(a)
Indien dit op enige plaats, binnen of buiten deze staat, is geschied
“Ik verklaar (of bevestig) op straffe van meineed onder de wetten van de staat Californië dat het voorgaande waarheidsgetrouw en juist is”:
_______
(Datum en Plaats)_______
(Handtekening)
§ 1985
Subpoena
(a) De procedure waarmee de aanwezigheid van een getuige wordt geëist, is de subpoena. Het is een aan een persoon gericht exploot of bevel waarin wordt geëist dat deze persoon op een bepaalde tijd en plaats aanwezig is om als getuige te getuigen. Er kan ook worden geëist dat een getuige boeken, documenten of andere zaken meebrengt die hij in zijn bezit heeft en die hij volgens de wet als bewijs moet overleggen. Wanneer een districtsregistrator gebruik maakt van het microfilm systeem voor het opnemen, en een getuige wordt gedagvaard om een akte te overleggen, wordt de getuige geacht aan de dagvaarding te hebben voldaan indien de getuige een gewaarmerkt afschrift daarvan overlegt.
(b) Bij een vóór het proces uitgevaardigde dagvaarding duces tecum wordt een afschrift van een beëdigde verklaring gevoegd, waaruit blijkt dat er gegronde redenen zijn om de in de dagvaarding omschreven zaken over te leggen, waarin nauwkeurig wordt aangegeven welke zaken precies moeten worden overgelegd, wat daarvan voor de zaak van belang is, en waarin wordt verklaard dat de getuige de gewenste zaken in zijn bezit of onder zijn beheer heeft.
(c) De griffier of een rechter geeft een ondertekende en verzegelde maar verder blanco dagvaarding of subpoena duces tecum af aan een partij die daarom verzoekt, die deze vóór de betekening invult. Een advocaat die de advocaat van de procespartij is in een geding of procedure, kan een dagvaarding ondertekenen en uitvaardigen om aanwezigheid te eisen voor de rechtbank waar het geding of de procedure aanhangig is of bij de berechting van een zaak daarin, of bij het afleggen van een verklaring in een geding of procedure daarin aanhangig; de dagvaarding in zo’n geval behoeft niet te worden verzegeld. Een advocaat die de advocaat van record is in een actie of procedure, kan een subpoena duces tecum ondertekenen en uitvaardigen om de productie van de in de subpoena beschreven zaken of dingen te eisen.
(Gewijzigd door Stats. 1990, Ch. 511, Sec. 1. Ingangsdatum 13 augustus 1990.)
§ 1985.1
Iedere persoon die is gedagvaard om te verschijnen op een zitting van de rechtbank, of op de berechting van een kwestie daarin, kan, in plaats van verschijning op het tijdstip vermeld in de dagvaarding, overeenkomen met de partij op wiens verzoek de dagvaarding werd uitgevaardigd om te verschijnen op een ander tijdstip of op een kennisgeving zoals kan worden overeengekomen. Niet-verschijnen ingevolge een dergelijke overeenkomst kan door de rechter die de dagvaarding uitvaardigt als minachting worden bestraft. The facts establishing or disproving such agreement and the failure to appear may be proved by an affidavit of any person having personal knowledge of the facts.
(Toegevoegd door Stats. 1969, Ch. 140.)
§ 1985.2
All subpoena which requires the attendance of a witness at any civil trial shall contain the following notice in a type face designed to call attention to the notice:
Contact the attorney requesting this subpoena, listed above, before the date on which you are required to be in court, if you have any question about the time or date for you to appear, or if you want to be certain that your presence in court is required.
(Added by Stats. 1978, Ch. 431.)
§ 1985.3
(a) Voor de toepassing van deze sectie gelden de volgende definities:
(1) “Persoonlijke dossiers” betekent het origineel, elke kopie van boeken, documenten, andere geschriften, of elektronische gegevens die betrekking hebben op een consument en die worden bijgehouden door een “getuige” die een arts, tandarts, oogarts, optometrist, chiropractor, fysiotherapeut is, acupuncturist, podoloog, dierenarts, dierenziekenhuis, dierenkliniek, apotheker, apotheek, ziekenhuis, medisch centrum, kliniek, radiologie- of MRI-centrum, klinisch of diagnostisch laboratorium, staats- of nationale bank, staats- of federale vereniging (als omschreven in Section 5102 Fin. van de Financial Code), staats- of federale kredietunie, trustmaatschappij, iedereen die door deze staat gemachtigd is om leningen te maken of te regelen die gedekt zijn door onroerend goed, effectenmakelaar, verzekeringsmaatschappij, titelverzekeringsmaatschappij, onderschreven titelmaatschappij, escrow-agent met vergunning overeenkomstig Division 6 (beginnend met Section 17000 Fin.) van de financiële code of vrijgesteld van vergunning overeenkomstig sectie 17006 Fin. van de financiële code, advocaat, accountant, instelling van het Farm Credit System, zoals gespecificeerd in sectie 2002 van titel 12 van de United States Code, of telefoonmaatschappij die een openbaar nutsbedrijf is, zoals gedefinieerd in sectie 216 Pub. Util. of the Public Utilities Code, of psychotherapeut, zoals omschreven in Section 1010 Evid. of the Evidence Code, of een particuliere of openbare kleuterschool, basisschool, middelbare school, of postsecundaire school zoals omschreven in Section 76244 Educ. of the Education Code.
(2) “Consument” betekent iedere natuurlijke persoon, maatschap van vijf of minder personen, vereniging, of trust die zaken heeft gedaan met, of gebruik heeft gemaakt van de diensten van, de getuige of voor wie de getuige is opgetreden als agent of vertrouwenspersoon.
(3) “Dagvaardende partij”: de persoon of personen die ervoor zorgen dat een dagvaarding duces tecum wordt uitgevaardigd of betekend in verband met een civiele actie of procedure ingevolge deze code, maar omvat niet de staat of lokale agentschappen beschreven in sectie 7465 Gov’t van de Government Code, of een entiteit waarin wordt voorzien door artikel VI van de Californische grondwet in een procedure die wordt gevoerd voor een scheidsgerechtelijke instantie van die entiteit ingevolge hoofdstuk 4 (beginnend met sectie 6000 Bus. & Prof.) van Divisie 3 van de Business and Professions Code.
(4) “Depositiebeambte”: een persoon die voldoet aan de kwalificaties die zijn gespecificeerd in lid (3) van onderafdeling (d) van Sectie 2020.
(b) Vóór de datum die in de dagvaarding duces tecum voor de overlegging van persoonsgegevens wordt verlangd, dient de dagvaardende partij een kopie van de dagvaarding duces tecum, van de beëdigde verklaring ter ondersteuning van de uitvaardiging van de dagvaarding, indien van toepassing, en van de kennisgeving beschreven in onderafdeling (e), en het bewijs van betekening zoals aangegeven in lid (1) van onderafdeling (c), te betekenen of te laten betekenen aan de consument wiens persoonsgegevens worden opgevraagd.Deze betekening geschiedt als volgt:
(1) Aan de consument persoonlijk, of op zijn of haar laatst bekende adres, of in overeenstemming met hoofdstuk 5 (beginnend met sectie 1010 Evid.) van titel 14 van deel 3, of, indien hij of zij een partij is, aan zijn of haar advocaat van record. Indien de consument minderjarig is, wordt de betekening of kennisgeving verricht aan de ouder, voogd, conservator of soortgelijke vertrouwenspersoon van de minderjarige, of indien een van hen niet met redelijke zorgvuldigheid kan worden gevonden, aan iedere persoon die de zorg of het toezicht over de minderjarige heeft of bij wie de minderjarige inwoont of in dienst is, en aan de minderjarige indien deze ten minste twaalf jaar oud is.
(2) Ten minste tien dagen vóór de in de subpoena duces tecum vermelde datum voor overlegging, plus de in sectie 1013 vermelde extra tijd indien de betekening per post geschiedt.
(3) Ten minste vijf dagen vóór de betekening aan de bewaarder van de bescheiden, plus de in sectie 1013 vermelde extra tijd indien de betekening per post geschiedt.
(c) Voorafgaand aan de overlegging van de bescheiden dient de dagvaardende partij een van de volgende handelingen te verrichten:
(1) Een bewijs van persoonlijke betekening of betekening per post aan de getuige overhandigen of laten overhandigen, waaruit blijkt dat aan het bepaalde in onderafdeling (b) is voldaan.
(2) De getuige een schriftelijke toestemming voor het vrijgeven van de bescheiden overhandigen, ondertekend door de consument of door zijn of haar geregistreerde advocaat. De getuige mag ervan uitgaan dat een advocaat die beweert de toestemming namens de consument te hebben ondertekend, met diens instemming heeft gehandeld, en dat van enig bezwaar tegen vrijgave van de gegevens afstand is gedaan.
(d) Een dagvaarding duces tecum voor de overlegging van persoonlijke gegevens wordt zo tijdig betekend dat de getuige een redelijke tijd heeft, zoals bepaald in lid (1) van onderafdeling (d) van sectie 2020, om de gegevens of kopieën daarvan te lokaliseren en over te leggen.
(e) Elk exemplaar van de dagvaarding duces tecum en de eventuele beëdigde verklaring, die overeenkomstig onderafdeling (b) aan een consument of zijn of haar advocaat wordt betekend, gaat vergezeld van een kennisgeving in een lettertype dat is ontworpen om de aandacht op de kennisgeving te vestigen, waarin wordt aangegeven dat (1) gegevens over de consument worden opgevraagd bij de getuige die in de dagvaarding wordt genoemd; (2) indien de consument er bezwaar tegen heeft dat de getuige de gegevens verstrekt aan de partij die de gegevens opvraagt, de consument vóór de in de dagvaarding vermelde productiedatum bij de rechtbank een schriftelijk bezwaar moet indienen of een schriftelijk bezwaar moet indienen zoals bepaald in onderafdeling (g); en (3) indien de partij die de gegevens opvraagt er niet schriftelijk mee instemt de dagvaarding in te trekken of te beperken, een advocaat moet worden geraadpleegd over het belang dat de consument heeft bij de bescherming van zijn of haar recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer. Indien ook een kennisgeving van het afnemen van een getuigenverklaring wordt betekend, kan die andere kennisgeving in één enkel document worden opgenomen met de kennisgeving die krachtens deze onderafdeling is vereist.
(f) Een dagvaarding duces tecum voor persoonlijke gegevens die worden bijgehouden door een telefoonmaatschappij die een openbaar nutsbedrijf is, zoals gedefinieerd in Sectie 216 Pub. Util. of the Public Utilities Code, is niet geldig of van kracht tenzij het een toestemming tot vrijgave bevat, ondertekend door de consument wiens gegevens worden opgevraagd, zoals vereist in Section 2891 Pub. Util. of the Public Utilities Code.
(g) Elke consument wiens persoonlijke gegevens worden opgevraagd door een subpoena duces tecum en die partij is in de civiele actie waarin deze subpoena duces tecum wordt betekend, kan, voorafgaand aan de datum voor productie, een motie indienen op grond van Sectie 1987.1 om de subpoena duces tecum te vernietigen of te wijzigen. De getuige en de deposant worden ten minste vijf dagen voor de overlegging in kennis gesteld van de indiening van die motie. Het verzuim om de bewaarder in kennis te stellen, maakt de motie tot vernietiging of wijziging van de subpoena duces tecum niet ongeldig, maar kan door de bewaarder worden aangevoerd als een bevestigende verdediging in een actie wegens aansprakelijkheid voor het onrechtmatig vrijgeven van bescheiden.
Elke andere consument of niet-partij wiens persoonlijke dossiers worden opgevraagd door een subpoena duces tecum kan, voorafgaand aan de datum van productie, de dagvaardende partij, de getuige, en de afzettingsambtenaar, een schriftelijk bezwaar indienen waarin de specifieke gronden worden genoemd waarop de productie van de persoonlijke dossiers moet worden verboden.
Geen getuige of bewaarder mag worden verplicht persoonlijke documenten te overleggen na ontvangst van een kennisgeving dat de motie is ingediend door een consument, of na ontvangst van een schriftelijk bezwaar van een niet-partijdige consument, behalve op bevel van de rechtbank waarbij de zaak aanhangig is of met instemming van de betrokken partijen, getuigen en consumenten.
De partij die de persoonlijke documenten van een consument opvraagt, kan binnen 20 dagen na de betekening van het schriftelijke bezwaar een motie indienen op grond van sectie 1987.1 om de dagvaarding ten uitvoer te leggen. De motie moet vergezeld gaan van een verklaring waaruit blijkt dat een redelijke poging te goeder trouw is ondernomen om het geschil tussen de partij die de persoonlijke gegevens opvraagt en de consument of diens advocaat op informele wijze op te lossen.
(h) Indien een goede zaak wordt aangetoond en op voorwaarde dat de rechten van getuigen en consumenten worden gevrijwaard, heeft een partij die een dagvaarding uitvaardigt het recht een bevel te verkrijgen om de tijd voor de betekening van een subpoena duces tecum te verkorten of af te zien van de vereisten van onderafdeling (b), indien de nodige ijver van de partij die de dagvaarding uitvaardigt, is aangetoond.
(i) Niets in deze afdeling mag worden uitgelegd als zijnde van toepassing op een subpoena duces tecum die niet vraagt om de gegevens van een specifieke consument of specifieke consumenten en die een bewaarder van gegevens verplicht alle informatie te verwijderen die op enigerlei wijze een consument kan identificeren van wie de gegevens moeten worden overgelegd.
(j) Deze afdeling is niet van toepassing op procedures die worden gevoerd in het kader van afdeling 1 (beginnend met afdeling 50), afdeling 4 (beginnend met afdeling 3200), afdeling 4.5 (beginnend met Section 6100), of Division 4.7 (beginnend met Section 6200 Lab.) of the Labor Code.
(k) Het niet voldoen aan deze sectie is voldoende basis voor de getuige om te weigeren de persoonlijke gegevens te overleggen die worden opgevraagd door een subpoena duces tecum.
(Gewijzigd door Stats. 1999, Ch. 444, Sec. 1. Ingangsdatum 1 januari 2000.)