Christ verschijnt aan een kluizenaar in een visioen, terwijl hij een boek vasthoudt dat de ware geschiedenis van de Heilige Graal bevat. Uit History of the Holy Grail, Frans manuscript, begin 14e eeuw Vergrote afbeelding |
De legende van de Heilige Graal is een van de meest blijvende in de West-Europese literatuur en kunst. De Graal zou de beker zijn van het Laatste Avondmaal en bij de Kruisiging het bloed hebben ontvangen dat uit Christus’ zijde vloeide. Hij werd door Jozef van Arimathea naar Brittannië gebracht, waar hij eeuwenlang verborgen bleef.
De zoektocht naar het vat werd de belangrijkste zoektocht van de ridders van Koning Arthur. Men geloofde dat het werd bewaard in een mysterieus kasteel, omgeven door een woestenij en bewaakt door een bewaarder, de Visserskoning genaamd, die leed aan een wond die maar niet wilde genezen. Zijn genezing en de vernieuwing van het verwoeste land hingen af van de succesvolle voltooiing van de zoektocht. Ook de zelfverwerkelijking van de zoekende ridder was verzekerd bij het vinden van de Graal. De magische eigenschappen die aan de Heilige Graal worden toegeschreven, zijn waarschijnlijk terug te voeren op de magische vaten uit de Keltische mythe, die de smaak en behoeften bevredigden van allen die er van aten en dronken.
De Heilige Graal verschijnt voor het eerst in een geschreven tekst in Chrétien de Troyes’ Oud-Franse versroman, de Conte del Graal (‘Verhaal van de Graal’), of Perceval, van ca. 1180. Gedurende de volgende 50 jaar werden verschillende werken geschreven, zowel in vers als in proza, hoewel het verhaal en het hoofdpersonage van het ene werk tot het andere verschilden. In Frankrijk culmineerde dit proces in een cyclus van vijf romances in proza die de geschiedenis van de Graal vertelden vanaf de kruisiging tot de dood van Arthur. De Oudfranse romances werden vertaald in andere Europese talen. Van deze andere versies springen er twee uit: Wolfram von Eschenbach’s Parzifal (begin 13e eeuw) en Sir Thomas Malory’s Morte Darthur (eind 15e eeuw).
Met het verstrijken van de Middeleeuwen verdwijnt de Graal tot de 19e eeuw, toen de middeleeuwse geschiedenis en legende de belangstelling wekten van schrijvers als Scott en Tennyson, van de kunstenaars van de prerafaëlitische broederschap, en van componisten, met name Richard Wagner. Het symbool van de Graal als mysterieus zoekobject en als bron van de ultieme mystieke, of zelfs fysieke, ervaring is tot in de huidige eeuw blijven bestaan in de romans van Charles Williams, C.S. Lewis en John Cowper Powys.
De Mythische Zoektocht | |
De Zoektocht naar de Heilige Graal | |
Jason and the Quest for the Golden Fleece | |
Seven reizen van Sindbad de zeeman | |
Verhaal van Cupido en Psyche | |
Rama’s zoektocht naar Sita | |
Legendarische reizen van Alexander de Grote | |
Reis naar het Westen |