Een aantal recente studies suggereren dat EFT effectief kan zijn voor sommige aandoeningen, zoals angst en PTSS.
Het onderzoek tot nu toe is echter beperkt, en sommige van de studies zijn erg klein. Een punt van kritiek is dat sommige van de eerdere studies gebreken vertonen in hun wetenschappelijke methoden, waardoor de resultaten onbetrouwbaar kunnen zijn.
Daarom is meer onderzoek nodig voordat onderzoekers definitieve conclusies kunnen trekken over de effectiviteit van EFT.
In de volgende paragrafen kijken we naar het huidige wetenschappelijke bewijs dat de effectiviteit van EFT voor angst, depressie en PTSS ondersteunt.
EFT voor angst
Het grootste deel van het onderzoek naar EFT heeft betrekking op de behandeling van angst.
Een review uit 2016 van 14 studies over EFT meldt dat mensen die tapping gebruikten een significante afname van angst ervoeren. De auteur beveelt echter verdere studies aan om EFT te vergelijken met standaardbehandelingen, zoals cognitieve gedragstherapie (CGT).
Een gerandomiseerde, gecontroleerde trial uit hetzelfde jaar vergeleek wel de effectiviteit van EFT en CGT bij de behandeling van mensen met zowel angst als depressie.
Bij de pilotstudie waren 10 mensen betrokken die deelnamen aan een 8 weken durend programma van ofwel CGT ofwel EFT. Volgens de resultaten verminderden beide behandelingen de symptomen van depressie aanzienlijk en leidden ze tot verbeteringen in angst.
Nog recenter, een onderzoek uit 2019 waarbij 203 personen betrokken waren, testte de lichamelijke reacties en psychologische symptomen van mensen die EFT-workshops bijwoonden. De meerderheid van de mensen die deelnamen waren vrouwen ouder dan 50 jaar.
De onderzoekers meldden dat deelnemers aanzienlijke verminderingen ondervonden in angst, depressie en PTSS-symptomen, evenals in pijnniveaus en cravings. Ze rapporteerden ook verbeteringen in geluk.
Fysieke metingen bij een subset van deelnemers toonden verbeteringen in hartslag, bloeddruk en niveaus van het stresshormoon cortisol.
In ander onderzoek meldden studenten met angst dat EFT hen hielp zich rustiger en meer ontspannen te voelen.
EFT voor depressie
Naast de studies die EFT evalueren op mensen met zowel angst als depressie, richt ander onderzoek zich op EFT voor mensen met depressie alleen.
Een studie uit 2012 met 30 studenten met een matige tot ernstige depressie meldde dat degenen die vier groepssessies van EFT-behandeling kregen, significant minder depressie hadden dan degenen in de controlegroep, die geen behandeling kregen.
Volgens de onderzoekers gaven deze bevindingen aan dat EFT nuttig zou kunnen zijn als een korte, kosteneffectieve en succesvolle behandeling.
Een review uit 2016 van 20 studies meldde dat EFT zeer effectief was in het verminderen van de symptomen van depressie. De bevindingen suggereerden dat EFT gelijk of beter was dan andere standaardbehandelingen voor depressie.
EFT voor PTSS
Militair personeel dat PTSS ervaart, kan volgens sommige studies baat hebben bij EFT.
In een studie uit 2013 hadden 30 veteranen die EFT-behandeling kregen samen met standaardzorg significant minder psychologische distress en PTSS-symptomen dan degenen die op een wachtlijst stonden voor behandeling.
Daarna voldeden respectievelijk 60,0% en 85,7% van deze deelnemers na drie en zes sessies niet meer aan de klinische criteria voor PTSS. Op 6 maanden na de behandeling voldeed 79,5% van de deelnemers niet aan de criteria, wat volgens de onderzoekers wees op de voordelen van EFT op de lange termijn.
In een enquête uit 2017 onder EFT-beoefenaars meldden de meesten (63%) dat EFT zelfs complexe PTSS kon oplossen in 10 sessies of minder. Bijna 90% van de respondenten verklaarde dat minder dan 10% van hun cliënten weinig of geen vooruitgang boekt.
Het is echter belangrijk op te merken dat deze bevindingen zelfgerapporteerd zijn door mensen die EFT beoefenen. Bovendien combineren beoefenaars EFT vaak met andere benaderingen, waaronder cognitieve therapie, wat een rol kan spelen bij het succes van de behandeling.