Doelstelling: Hoewel stemmingsstoornissen vaak geassocieerd worden met autisme spectrum stoornissen (ASS) en autistische trekken vaak voorkomen bij jongeren met een bipolaire stoornis, blijven er onzekerheden bestaan over het comorbide voorkomen van een bipolaire stoornis en ASS. Deze studie onderzoekt de klinische en familiale correlaten van bipolaire stoornis met en zonder comorbiditeit van ASS in een goed gekarakteriseerde, door onderzoek verwezen populatie van jongeren met bipolaire stoornis. Wij stelden de hypothese dat bij jongeren met een bipolaire stoornis de klinische en familiale correlaten van bipolaire stoornis vergelijkbaar zullen zijn, ongeacht de comorbiditeit met ASS.
Methode: Klinische correlaten en familiair risico werden beoordeeld door secundaire analyse van de gegevens van een grote familiestudie van jongeren met een bipolaire stoornis type I (diagnose gebaseerd op DSM-IV criteria; probands n = 157, familieleden n = 487; studieperiode: november 1997-september 2002). De bevindingen bij jongeren met bipolaire stoornis I werden vergeleken met die bij jongeren met aandachtstekortstoornis/hyperactiviteitstoornis (diagnose gebaseerd op DSM-III-R criteria) zonder bipolaire stoornis I (probands n = 162, familieleden n = 511) en leeftijd- en geslachtsgeëvenaarde controles zonder bipolaire stoornis I of aandachtstekortstoornis/hyperactiviteitstoornis (probands n = 136, familieleden n = 411). Alle proefpersonen werden uitvoerig geëvalueerd met behulp van gestructureerde diagnostische interviews en een breed scala van niet-overlappende maatregelen die meerdere dimensies van het functioneren beoordelen.
Resultaten: Dertig procent (47/155) van de bipolaire I proefpersonen voldeed aan de criteria voor ASS (diagnose gebaseerd op DSM-III-R criteria). De gemiddelde ± SD leeftijd bij aanvang van de bipolaire stoornis was significant vroeger in de aanwezigheid van ASS comorbiditeit (4,7 ± 2,9 vs 6,3 ± 3,7 jaar; P = .01). De fenotypische en familiale correlaten van bipolaire stoornis waren vergelijkbaar in jongeren met en zonder ASS comorbiditeit.
Conclusies: Een klinisch significante minderheid van jongeren met een bipolaire stoornis lijdt aan comorbide ASS. Fenotypische en familiaire correlaten van bipolaire stoornis waren typerend voor de stoornis in de aanwezigheid van ASS comorbiditeit. Bipolaire stoornis I comorbiditeit met ASS vertegenwoordigt een zeer ernstige psychopathologische toestand bij jongeren.