Hoewel de oplosbaarheid van sucrose uitgebreid bestudeerd is, beïnvloedt de aanwezigheid van onzuiverheden, die steevast optreedt bij industriële kristallisatie van sucrose, de oplosbaarheid en de omvang van deze invloed wordt in de literatuur niet volledig behandeld. Deze studie had tot doel experimentele gegevens te verkrijgen van de oplosbaarheid van sucrose in waterige zuivere en onzuivere oplossingen van 10 tot 100 °C en het voorspellingsvermogen van SLE-modellen te evalueren. Uit experimentele gegevens blijkt dat onzuiverheden in suikerrietsap, d.w.z. reducerende suikers en zouten, in de bestudeerde niveaus (met 92,8% sucrose tot zuivere oplossingen) de oplosbaarheid van sucrose verhogen. Evaluatie van bestaande modellen voor SLE toonde aan dat zij over het algemeen slechte voorspellingen geven. Een voorgestelde wijziging in de Nývlt oplosbaarheidsvergelijking geeft echter een kleine gemiddelde afwijking (2,54%) tussen experimentele en berekende gegevens in zuivere en onzuivere waterige oplossingen, waardoor dit SLE-model bruikbaar wordt voor oplosbaarheidsberekeningen in kristallisatiestudies, vooral wanneer siropen worden gebruikt die typische onzuiverheden van suikerstroop bevatten.