Glasnost, in het Engels meestal vertaald als “openheid”, was een sleutelbegrip van Michail Gorbatsjovs bewind als algemeen secretaris van de Communistische Partij van de Sovjet-Unie. Dit aangepaste instrument van Leninistische mediacontrole werd niet alleen een onderdeel van perestrojka, Gorbatsjovs plan om de Sovjetideologie in de jaren tachtig te verjongen, maar ook een onafhankelijk concept dat opnieuw definieerde hoe de media van de USSR werden ingezet als instrument van leiderschap.In Gorbatsjov’s Glasnost: The Soviet Media in the First Phase of Perestroika traceert auteur Joseph Gibbs de ontwikkeling van glasnost als concept en beleid, van het Leninistische idee van “kritiek en zelfkritiek” tot Gorbatsjovs poging tot modernisering en herinterpretatie van die doctrine om aan zijn eigen politieke doelen en aspiraties te voldoen.Aan de hand van analyses uit primaire bronnen en interviews onderzoekt Gibbs hoe glasnost tussen 1985 en 1988 in definitie en toepassing veranderde. Gorbatsjovs Glasnost laat zien hoe de officiële berichtgeving samenviel met Gorbatsjovs politieke agenda en hoe hij, in zijn hoedanigheid van secretaris-generaal, de persvrijheid uitbreidde om de pers in te zetten tegen zijn vijanden. In de daaropvolgende hoofdstukken wordt gedetailleerd beschreven hoe, met elke stap om de macht van glasnost uit te breiden om aan Gorbatsjovs politieke behoeften te voldoen, de media tegelijkertijd aan kracht wonnen en de oppositie een manier vond om gehoord te worden, waardoor de Sovjet-samenleving en -politiek onherroepelijk veranderden.Gorbatsjovs Glasnost biedt een heldere, westerse interpretatie van wat misschien wel de meest invloedrijke en controversiële hervorming van de Sovjet-Unie was. Iedereen die geïnteresseerd is in de gebeurtenissen die leidden tot de val van het communisme en het uiteenvallen van de Sovjet-Unie, en iedereen die geïnteresseerd is in de effecten van massamedia op politiek en cultuur, zal het intrigerend en degelijk onderzocht vinden.