Livia (58 v. Chr.-29 n. Chr.) was een invloedrijke gemalin van Augustus, architect van het Romeinse Rijk, die in de keizerlijke propaganda werd afgeschilderd als de belichaming van vrouwelijkheid en toewijding, terwijl haar vijanden haar beschouwden als een meedogenloze machtszoekster.
Als maîtresse van de Romeinse wereld werd Livia’s privé-leven in het openbaar geleefd. Ze was een moreel voorbeeld van de keizerlijke ideologie van haar echtgenoot en diende Augustus als helpster, klankbord, overbrenger van onofficiële boodschappen en als pleegmoeder van zijn kleinkinderen en achterkleinkinderen. Ze slaagde er ook in de troon voor haar eigen zoon uit een eerder huwelijk veilig te stellen.
Aan beide kanten van haar familie stamde Livia af van Romeinse senatoren. Haar vader Marcus Livius Drusus Claudianus was, zoals uit zijn naam blijkt, een lid van de familie Claudianus die door Livianen was geadopteerd. Een dergelijke adoptie van een volwassen, of bijna volwassen, mannelijke erfgenaam in een geslacht dat er geen had, was in Rome heel gebruikelijk. De adoptie diende ook als een politieke band tussen twee machtige families.
Livia’s vroege leven leek vermoedelijk op dat van de meeste jonge meisjes in de politieke en economische elitekringen van het Keizerrijk. Velen van hen waren vertrouwd met retorica en filosofie, in plaats van zich te beperken tot de grondbeginselen van het alfabetisme. Later hadden sommigen literaire interesses, of sloten zich tenminste aan bij de culturele avant-garde van de Romeinse samenleving. Maar welke opvoeding Livia ook had genoten, zij toonde later geen belangstelling om zich in te laten met een vurige intellectuele of artistieke menigte. Dat hielp om haar reputatie van kuisheid en Romeins traditionalisme hoog te houden en maakte haar tot een opvallend contrast met vrouwen als Augustus’ kleindochter Julia.
Livia’s huwelijk met Tiberius Claudius op 15-jarige leeftijd was typerend voor Romeinse vrouwen. Een huwelijk met een neef was ook niet ongewoon. In dit geval was het zelfs meer te verwachten, omdat het huwelijk van een Livia met een Claudius de band tussen beide families nog versterkte. Livia was zich van jongs af aan bewust van de politiek van gearrangeerde huwelijken en zou later van deze kennis gebruik maken om haar zonen binnen de nieuwe koninklijke familie te plaatsen.
De jonge Livia was haar leven als Romeinse matrone op de meest conventionele wijze begonnen, maar de burgeroorlog, die reeds met de dood van Julius Caesar was begonnen, gooide alles overhoop. Na de slag bij Philippi pleegde haar vader, die voor de Republiek tegen het Tweede Driemanschap (Lepidus, Marcus Antonius en Octavianus) had gestreden, liever zelfmoord dan de vernedering van de vlucht te moeten ondergaan. Maar Livia was samen met haar zoontje Tiberius en haar man, die ook in de strijd had gevochten, voortvluchtig. Op hun vlucht om zich bij de troepen van Sextus Pompeius op Sicilië te voegen, werden zij tweemaal bijna gevangen genomen toen het kind begon te huilen en bijna hun aanwezigheid verraadde. Het moet voor Livia als 16-jarige angstaanjagend zijn geweest om te rennen voor haar leven en haar zoon twee keer te zien weggerukt worden waar zijn gehuil niet gehoord kon worden.
Het blijft onbekend of Livia al dan niet verbaasd was dat haar echtgenoot minder toegewijd was aan het overleven van de Republikeinse strijdkrachten dan aan zijn eigen vooruitgang. Nadat Sextus Pompeius geweigerd had hem de positie toe te kennen die hij wenste, ging het gezin op weg om zich bij de triumviraat Marcus Antonius te voegen, toen vijandelijkheden uitbraken tussen de leden van het Tweede Triumviraat. Ook die reis was traumatisch voor Livia. Met haar zoontje en een paar begeleiders kwam zij bijna om bij een bosbrand in Sparta. Ze ontsnapte ternauwernood met een smeulende mantel en verschroeid haar.
In 39 v. Chr. kwamen de triumviraatjes onderling tot een vergelijk, en Livia’s familie keerde onder algemene amnestie terug naar Italië. Daar ontmoette zij de triumvir Octavianus. We weten niet wat Livia van hem vond, maar hij was onmiddellijk verliefd op haar. De oudere Tiberius Claudius overwon zijn conservatieve scrupules en gaf een traditioneel bruiloftsfeest om het huwelijk van zijn pas gescheiden vrouw – die zes maanden zwanger was van zijn tweede zoon – met Octavianus te vieren. Octavianus, die niet op haar bevalling wilde wachten, had de mening van een priester ingewonnen dat Livia kon hertrouwen terwijl zij zichtbaar zwanger was. Het incident was een voorbode van de latere regering van Augustus, die zich leek te onderwerpen aan het fatsoen en de beperkingen van de traditie, maar in feite alles deed wat Augustus (Octavianus) wilde.
Van Livia is in de daaropvolgende jaren weinig vernomen, maar haar vroegere echtgenoot stierf in 33 v. Chr., vermoedelijk teleurgesteld, omdat hij geen snelle politieke of militaire vooruitgang had geboekt. De jonge Tiberius, nu negen jaar oud, hield de begrafenisrede voor zijn vader. In de traditionele begrafenisrede werden de politieke carrière en doelen van de overledene gevierd. Terwijl de oorlog tussen Antonius in het oostelijke Middellandse-Zeegebied en Octavianus in het westen dreigde, moet het duidelijk zijn geweest dat de winnaar de oude Republiek voorgoed zou ontmantelen. Het was vermoedelijk een korte en zorgvuldig geformuleerde toespraak. Datzelfde jaar verloofde Tiberius zich met Vipsania, de dochter van Octavianus’ goede vriend en adjudant Agrippa, die waarschijnlijk nog jonger was dan hij. Sommigen zien hier Livia’s hand aan het werk, die de banden van haar zoon met zijn stiefvader aanhaalde en hem klaarstoomde voor de machtsovername.
Gezien de omstandigheden van haar hertrouwen, waren spanningen tussen Livia en haar zoon onvermijdelijk, en de verhouding tussen Octavianus en Tiberius was op zijn best gespannen. Octavianus en Livia hadden een gelukkig huwelijk, en Livia’s jongste zoon Drusus kon blijkbaar goed opschieten met zijn stiefvader, maar Tiberius niet. In de jaren 20 v. Chr. beweerde Octavianus (nu keizer Augustus) de oude gebruiken van de Republiek te herstellen, maar in feite was hij bezig de elementen van een nieuwe staat samen te stellen. Tiberius was geschoold in de Romeinse politiek en geschiedenis en moet zich steeds ongeruster hebben gevoeld over de discrepantie tussen wat Augustus beweerde te doen en de feitelijke concentratie van de macht in zijn eigen handen.
Niettemin slaagde Livia erin zich met hart en ziel aan zowel Augustus als Tiberius te wijden. Augustus’ behoefte aan mannelijke familieleden om de dynastie in de provincies te vertegenwoordigen, stelde haar in staat de belangen van haar echtgenoot, haar zoon en het Rijk tegelijk te dienen. In 20 v. Chr. werd Tiberius naar Armenië gestuurd om een Armeense crisis op te lossen. Bij zijn terugkeer was hij getrouwd met Vipsania, en Livia’s tweede zoon Drusus was aan zijn politieke carrière begonnen. Niettemin eindigde het jaar voor Livia en Tiberius op een frustrerende noot toen Julia, Augustus’ dochter uit een vorig huwelijk, de eerste van haar drie zonen baarde, Gaius. Lucius volgde in 17 v. Chr. Tiberius kon zich er slechts op verheugen in de tussentijd gebruikt te worden, totdat de kleinzonen van het keizersbloed oud genoeg waren om de macht over te nemen.
Maar de gebeurtenissen van 12 v. Chr. voorspelden blijkbaar politiek succes voor Livia en Tiberius. Agrippa stierf, zodat Tiberius, 29 jaar oud, de enige volwassen man in of dicht bij de familie bleef aan wie Augustus mogelijk gevoelige opdrachten kon toevertrouwen. Tiberius nam het probleem van de pacificatie van de stammen in het Donaubekken op zich en pakte de situatie goed aan. Livia stemde tenminste in met – en was misschien zelfs enthousiast over – Augustus’ volgende plan voor Tiberius. Gedwongen om te scheiden van zijn geliefde Vipsania, met wie hij een rustig huwelijk had gehad, werd Tiberius gedwongen te trouwen met Augustus’ dochter Julia, Agrippa’s weduwe. Toen Livia bijna 50 was, moest zij onder ogen zien dat zij en Augustus samen geen kinderen konden krijgen. Kinderen van Tiberius en Julia zouden de op één na beste oplossing zijn geweest. Toen in 9 v. Chr. zowel Tiberius als Livia het verlies van Drusus, die door een val van zijn paard om het leven kwam, diep gevoeld hadden.
De familiecrisis kwam in 5 v. Chr. Tiberius, die Augustus en Rome tot een zekere persoonlijke prijs loyaal gediend had, zag met lede ogen aan hoe het volk zijn twee aantrekkelijke jonge kleinzoons bejubelde en hoe er op straat een rumoer ontstond om hen al op onwettig jonge leeftijd politieke ambten te laten bekleden. Tiberius, die nooit zo’n enthousiasme bij het volk had gewekt, voelde zich nu afgewezen. Hij begreep dat een opdracht in Armenië een poging was om hem uit Rome weg te krijgen en de opinie achter Gaius en Lucius te consolideren, en misschien was dat ook zo. Hoewel zijn moeder een beroep op hem deed om toe te geven, weigerde Tiberius nog langer voor het regime te werken. Woedend stemde Augustus toe om hem naar Rhodos te laten gaan voor een postgraduaat in de filosofie, maar Livia besefte, net als Tiberius, hoe precair zijn positie was. Een goede generaal was of loyaal aan de keizer of dood. In 1 v. Chr. vroeg Tiberius, misschien op aandringen van zijn moeder, Augustus of hij naar Rome mocht terugkeren, maar Augustus antwoordde vijandig. Uit wanhoop voor haar zoon zorgde Livia voor een benoeming van Tiburius tot ambassadeur op Rhodos om zijn totale vervreemding van zijn keizerlijke stiefvader voor het publiek te maskeren. Toen Gaius, Augustus’ oudere kleinzoon en troonopvolger, openlijk begon te speculeren over het lot van Tiberius, werd Livia razend. Augustus, die Livia in bijna alles haar zin gaf, trok de grens. Hij zei dat het aan Gaius was om Tiberius te laten terugkeren. Eindelijk, in 2 na Christus, deed hij dat, maar Tiberius werd bevolen, als voorwaarde, zich uit het politieke leven terug te trekken.
Later dat jaar stierf de jongere kleinzoon Lucius; Gaius stierf twee jaar later. Tegen die tijd haatten Tiberius en Augustus elkaar, maar geen van beiden had een keus. Augustus was te oud en te zwak om zelf actieve veldtochten te voeren; zijn achterkleinzoon Germanicus was te jong. Julia’s jongste zoon was een jeugddelinquent. Tiberius kon de keizer dienen of het hart van zijn moeder breken en terechtgesteld worden. Suzanne Dixon’s opmerking dat “de koninklijke familie soms haar saamhorigheid overdreef voor propagandadoeleinden,” lijkt een enorm understatement.
Extravagante Romeinse roddels en populaire moderne romans hebben gesuggereerd dat Livia de dood van Gaius en Lucius, de een aan de westkant van de Middellandse Zee en de ander aan de oostkant, in scene heeft gezet, maar dit lijkt hoogst onwaarschijnlijk. Evenmin is het waarschijnlijk dat zij alle huidige en toekomstige erfgenamen van de keizer, met uitzondering van haar eigen zoon, kon uitschakelen en toch de genegenheid van Augustus, een subtiel en slim man, kon behouden. Suetonius vertelt ons dat Caligula zich zijn overgrootmoeder later herinnerde als een “Odysseus in rokken”, een toespeling op de Homerische held die meer bekend stond om zijn sluwheid dan om zijn wapengebruik, maar de demente Caligula geloofde ook dat zijn paard een consul van Rome kon zijn. Gezien zijn paranoïde fantasieën is er weinig reden om dit geloof te aanvaarden dat Livia zich bezondigde aan mediterrane bedriegerij.
Augustus kreeg zeker respect voor Livia’s toewijding aan haar vrienden en haar voorliefde voor politiek gemanoeuvreer. Suetonius is onze bron voor de roddel dat zij Augustus hielp de jongere vrouwen te krijgen die hij wilde. Romeinse echtgenoten van beide geslachten stonden vaak bekend om hun tolerante houding ten opzichte van nog exotischer buitenechtelijke avontuurtjes, en dat is niet onmogelijk. Wat wel zeker is, is dat hun echtelijke verbintenis solide bleef. Zoals Suetonius zegt: “Livia bleef de enige vrouw van wie hij echt hield tot aan zijn dood.” Misschien was zij de enige persoon, buiten hemzelf, die Augustus ooit echt had gewaardeerd; zijn laatste woorden aan haar zouden zijn: “Denk aan ons huwelijk.”
Er bestaat geen twijfel over dat Livia tijdens Augustus’ laatste ziekte in 14 n.Chr. haar ogen op de toekomst had gericht. Zij gaf het bevel het huis te verzegelen en de straten met soldaten te omsingelen, ogenschijnlijk om de stervende niet te storen, maar zeker om de controle voor haarzelf en haar zoon veilig te stellen en om te voorkomen dat iemand hun versie van zijn wensen zou betwisten. Zij werd er ook van verdacht, samen met Tiberius, opdracht te hebben gegeven tot de executie van Augustus’ schurkachtige kleinzoon in ballingschap, de jonge Agrippa Postumus. Misschien deed zij dat; het zou zeker verstandig geweest zijn om te voorkomen dat hij door andere partijen als pion gebruikt zou worden. Ze werd er zelfs van verdacht het einde van Augustus te hebben verhaast, toen hij gevaarlijk onbekwaam was geworden. Het is waarschijnlijker dat Augustus’ liefdevolle afhankelijkheid van haar tijdens zijn laatste zwakte ertoe leidde dat hij haar wensen van ganser harte inwilligde. Zoals Tacitus opmerkte, “Livia had de oude Augustus stevig onder controle.” Het was nooit helemaal duidelijk wanneer Augustus stierf. Livia stond geen aankondiging toe totdat Tiberius ter plaatse was en het bevel voerde over de Praetoriaanse Garde.
Als Livia zich in haar weduwschap troostte met de gedachte dat er alleen maar een rustige toekomst in het verschiet lag, moet zij geschokt zijn geweest door het gedrag van Tiberius daarna. Hij was te vaak teleurgesteld om de verantwoordelijkheid van het regeren graag op zich te nemen. Hij verborg nog steeds Claudiaanse republikeinse gevoelens die hij niet graag verraadde. Op zijn 56ste wilde hij ook niet de indruk wekken door zijn moeder te worden gecommandeerd. Livia had van Augustus ongekende openbare eerbewijzen gekregen: hij had een gebouw ter ere van haar gewijd, en zij had een tempel mogen restaureren. Munten in de provincies riepen haar uit tot moeder van haar land en zelfs van de wereld. Ze had een status gekregen die voorheen was voorbehouden aan maagden. Het testament van Augustus nam haar postuum op in de Juliaanse clan en stond haar toe de naam Julia Augusta te gebruiken. Tiberius stopte de stroom van eerbewijzen.
Genuanceerd tegen het toekennen aan Romeinen van eerbewijzen die voorheen werden geassocieerd met de hellenistische potentaten van het oostelijke Middellandse-Zeegebied, weerhield hij de Romeinse senaat ervan haar tot moeder van het land uit te roepen en weigerde hij hen een altaar voor haar adoptie te laten oprichten of haar speciale begeleiders te laten aanstellen. Toch kwam de klaarblijkelijke rancune in sommige van de scènes in de senaat waarover Tacitus verhaalt ook voort uit een onwil om eraan herinnerd te worden dat zijn eigen goede diensten hem niet de troon hadden bezorgd; de slimheid van zijn moeder had dat gedaan. Hij was vooral gepikeerd over een senatoriale zet om “zoon van Livia” aan zijn eigen naamgeving toe te voegen.
Toch telde Livia’s invloed vaak bij Tiberius in tijden van onenigheid. Zij wist hem over te halen clementie te betonen aan haar vriendin Plancina, die beschuldigd werd van samenzwering om Augustus’ achterkleinzoon Germanicus te vermoorden. In een ander geval vertelt Tacitus ons dat Tiberius zijn moeder niet wilde verloochenen, dus beloofde hij voor het gerecht te verschijnen om een vriend van haar te verdedigen, maar vervolgens heel langzaam naar het gerecht liep en te laat aankwam. Verbazend genoeg vindt Tacitus, die een zeer negatief beeld van Tiberius heeft, dit een slimme zet en meldt hij dat de Romeinse bevolking er ook zo over dacht. Er moet in die tijd een consensus zijn geweest dat eenvoudig nee zeggen tegen Livia niet te overwegen was.
Suetonius beweert dat “Tiberius zich er toen over beklaagde dat zijn moeder Livia hem ergerde door medeheerser over het Rijk te willen zijn,” en dat hij haar daarom vermeed. “Hoewel hij af en toe Livia’s advies nodig had en opvolgde, hield hij er niet van dat men dacht dat hij er serieus rekening mee hield.” Hij werd vooral kwaad toen er een brand uitbrak bij de tempel van Vesta, en zij de leiding nam over de controle van de menigte en de brandbestrijding, “waarbij zij het volk en de soldaten persoonlijk leidde, alsof Augustus nog in leven was.”
Een vignet in Suetonius is bijzonder veelzeggend. Tiberius en Livia begonnen openlijk te ruziën over een man wiens naam zij ingeschreven wilde hebben tussen de namen van potentiële juryleden. “Tiberius stemde toe op één voorwaarde: de inschrijving moest worden gemarkeerd als ‘aan de keizer opgedrongen door zijn moeder’. Livia reageerde door enkele brieven van Augustus aan haar boven te halen, waarin het “zure en koppige” karakter van Tiberius werd beschreven. Haar punt was waarschijnlijk Tiberius eraan te herinneren dat hij de aanstelling als opvolger van Augustus niet had verdiend. Zij had die voor hem geregeld.
Verondersteld wordt dat dit incident de aanleiding vormde voor zijn gedeeltelijke terugtrekking op Capri en zijn delegatie van de regering aan de gemene Sejanus, wat op zijn beurt leidde tot het complot van Sejanus, de ontdekking daarvan en het daaropvolgende “schrikbewind” dat zoveel senatoren het leven kostte. Een van de gevolgen van de confrontatie over de brieven was, volgens Suetonius, dat Tiberius Livia slechts eenmaal bezocht in de laatste drie jaar van haar leven en helemaal niet tijdens haar laatste langdurige ziekte op 86-jarige leeftijd. Hij woonde haar begrafenis niet bij en maakte geen testament op. Hij sprak zijn veto uit over haar vergoddelijking, die werd bewerkstelligd door een latere keizer, Claudius, een gehandicapte kleinzoon voor wie zij weinig achting koesterde.
Livia had niettemin gezorgd voor een vreedzame overgang tussen de eerste en de tweede keizer, wat geen geringe prestatie was omdat er geen precedenten waren, geen juridische begeleiding, en genoeg andere rechthebbenden. Het is heel goed mogelijk dat zonder haar Augustus’ grote prestaties, waaronder de pax romana, de Romeinse vrede zelf, verloren zou zijn gegaan in een nieuwe ronde van het soort burgeroorlog dat de Republiek de vorige eeuw had geteisterd.
Verder lezen
Dio Cassius. Dio’s Romeinse Geschiedenis. Vols. 6 & 7. Harvard University Press, 1960.
Suetonius. De Twaalf Caesars. Penguin, 1957.
Tacitus. De Annalen van het keizerlijke Rome. Penguin, 1989.
Balsdon, J. V. P. D. Roman Women. Barnes and Noble, 1983.
Dixon, Suzanne. The Roman Mother. Oklahoma University Press, 1988.
Hallett, Judith P. Fathers and Daughters in Roman Society. Princeton University Press, 1984.
Levick, Barbara. Tiberius the Politician. Thames & Hudson, 1976.
Seager, Robin. Tiberius. University of California Press, 1972. □