Wat lijkt op reumatoïde artritis, voelt als reumatoïde artritis, maar is geen reumatoïde artritis? Palindromische reuma.

Voor het eerst beschreven in 1944 als een “nieuwe, vaak terugkerende ziekte van de gewrichten” (Arch. Intern. Med. 1944;73:293-321), is palindromisch reumatisme gelijkaardig aan reumatoïde artritis in zoverre dat zijn kenmerkende eigenschappen pijn, ontsteking, en invaliditeit in en rond één of meerdere gewrichten omvatten die van een paar uren tot verscheidene dagen duurt. In tegenstelling tot de symptomen van RA, echter, verdwijnen deze idiopathische symptomen volledig tussen episoden met geen overblijvende articulaire gevolgen. De symptoomvrije periodes kunnen van weken tot maanden duren, volgens Dr. Carlo Maurizio Montecucco. “De frequentie van de acute aanvallen is variabel, variërend van minder dan één om de maand tot één om de dag, en patiënten presenteren zich zelden met constitutionele symptomen of koorts,” zei hij.

Door dr. Carlo Maurizio Montecucco

In deze column bespreekt Dr. Montecucco de pertinente diagnostische en behandelingsoverwegingen voor de behandeling van palindromische reuma.

Rheumatologie Nieuws: Wat zijn de belangrijkste overwegingen die palindromische reuma onderscheiden van RA of andere inflammatoire gewrichtsaandoeningen?

Dr. Montecucco: Differentiatie van RA is vrij gemakkelijk op basis van de medische voorgeschiedenis en de kenmerken van de artritis. Differentiële diagnose kan echter moeilijker zijn met betrekking tot andere remitterende/recurrente reumatische klachten zoals kristalartropathieën, de ziekte van Behçet, reactieve artritis, relapsing polychondritis, familiale mediterrane koorts, en andere auto-inflammatoire ziekten.

RN: Hoe wordt de aandoening gediagnosticeerd?

Dr. Montecucco: Palindromisch reuma moet worden vermoed na een enkele maanden durende voorgeschiedenis van korte, plotseling optredende en steeds terugkerende episoden van monoartritis of weke delen ontsteking met drie of meer gewrichten betrokken bij verschillende aanvallen en directe observatie van één aanval door een arts. De aandoening kan worden gediagnosticeerd na uitsluiting van andere artritiden, in het bijzonder van kristalafzettingsziekten. Geen enkele test kan de diagnose bevestigen. Erytrocyten sedimentatie (ESR) en C-reactief proteïne (CRP) liggen meestal binnen de normale grenzen of zijn licht verhoogd; reumafactor (RF), anti-citrullinated peptide antilichamen (ACPA’s), en antinucleaire antilichamen (ANA) kunnen positief zijn in 30%-60% van de gevallen. Ultrasonografie en magnetische resonantie beeldvorming (MRI) kunnen voorbijgaande synovitis en subchondraal botoedeem tonen tijdens een aanval, maar deze kenmerken zijn moeilijk te vangen en niet specifiek. Op röntgenfoto’s zijn geen erosies te zien.

RN: Gaat palindromische reuma elke keer over in RA, en zo ja, zijn er aanwijzingen om vast te stellen bij welke patiënten de kans groter is dat ze RA ontwikkelen?

Dr. Montecucco: De ontwikkeling naar RA komt voor bij ongeveer eenderde tot de helft van de patienten. De latentietijd tussen het begin van palindromische reuma en de ontwikkeling van RA is zeer variabel, variërend van een paar weken tot meer dan 10 jaar. De meeste progressieve patiënten hebben ACPA in hun baseline serum, zodat ACPA-positief palindromisch reuma kan beschouwd worden als een prodromale fase van RA. Bijkomende factoren die geassocieerd worden met de ontwikkeling van RA zijn RF positiviteit, betrokkenheid van proximale interfalangeale gewrichten of pols, en vrouwelijk geslacht.

RN: Hoe wordt de aandoening behandeld?

Dr. Montecucco: Er is tot op heden geen gerandomiseerde gecontroleerde klinische studie gedaan. Volgens verschillende observationele studies, en ook volgens onze ervaring, kan hydroxychloroquine doeltreffend zijn in het verminderen van de frequentie en de ernst van de aanvallen en waarschijnlijk ook in het vertragen van de evolutie naar RA. ACPA-positieve patiënten moeten onmiddellijk stoppen met roken. Niet-steroïde anti-inflammatoire geneesmiddelen zijn gewoonlijk doeltreffend tijdens pijnlijke aanvallen.

RN: Maken biologische geneesmiddelen ooit deel uit van het behandelingsprotocol?

Dr. Montecucco: Er is geen bewijs dat een rol suggereert voor biologische middelen in de preventie van ofwel terugkerende aanvallen ofwel de overgang naar RA. Op dit moment moeten biologische middelen alleen worden gegeven aan patiënten die RA ontwikkelen, volgens de huidige richtlijnen voor de behandeling van die aandoening.

RN: Wat is de prognose voor personen die gediagnosticeerd zijn met palindroom reuma?

Dr. Montecucco: De prognose is afhankelijk van de evolutie. Bij palindromische reumapatiënten zijn drie evolutiepatronen van de ziekte vastgesteld: klinische remissie van de aanvallen in ongeveer 10%-15% van de gevallen, een klinisch verloop van recidiverende aanvallen zonder blijvende gewrichtsbetrokkenheid in 40%-50%, of evolutie naar een chronische ziekte in ongeveer 35%-50%. In de meerderheid van deze gevallen is de chronische ziekte RA. Evolutie naar een seronegatieve spondyloartritis, bindweefselziekte, of vasculitis is vrij ongewoon.

Dr. Montecucco is professor in de reumatologie en voorzitter van de afdeling reumatologie van het S. Matteo Universitair Ziekenhuis, Pavia, Italië. Hij had geen relevante financiële belangenconflicten te melden.

Deze column, “Ask the Expert,” verschijnt regelmatig in Rheumatology News, een uitgave van Elsevier.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.