20. Als een elektrische trein 60 km/u rijdt en tegen de wind in gaat, welke kant zal de rook van de trein dan op drijven?
Antwoord: Er is geen rook van een elektrische trein.
21. Wat loopt maar kan niet lopen, heeft een mond maar geen tanden en heeft een bed maar kan niet slapen?
Antwoord: Een rivier.
22. Er was een huis in de kring. Er was een kok, een kindermeisje, een butler, twee kinderen, en een dienstmeisje. Het jongenskind werd dood aangetroffen. Het kindermeisje zei dat ze met het meisje speelde, de chef-kok zei dat hij het eten kookte en het dienstmeisje zei dat ze de hoeken afstofte. Dus wie doodde de jongen?
Antwoord: Het dienstmeisje, omdat ze loog over het afstoffen van de hoeken. Een huis in een cirkel heeft geen hoeken.
-ingediend door Joshua Y., 9 jaar
23. Waarom heeft dat kind zijn walkie talkie begraven?
Antwoord: Omdat de batterijen leeg waren.
24. Wat voor schip heeft twee stuurlieden maar geen kapitein?
Antwoord: Een relatie.
25. Ik ben groter als ik jong ben, korter als ik oud ben. Wat ben ik?
Antwoord: Een kaars.
26. Waar kom je makkelijker in dan uit?
Antwoord: Problemen.
27. Twee vaders en twee zonen gingen vissen. Ze vingen maar 3 vissen, maar ze vingen elk één vis. Hoe is dat mogelijk?
Antwoord: Het waren een grootvader, vader, en een kleinzoon/zoon. (Zowel de grootvader als de vader zijn vaders en zowel de vader als de kleinzoon zijn zonen).
28. Wat is altijd recht voor je en toch kun je het niet zien?
Antwoord: De toekomst.
29. Wat heeft een tong maar kan niet praten?
Een schoen.