Er zijn drie aanbevolen bloedtestmethoden om prediabetes te identificeren of te diagnosticeren: A1C, nuchtere plasmaglucose, en 2 uur na 75 g orale glucose challenge. Dit zijn dezelfde tests die momenteel worden aanbevolen om ongediagnosticeerde diabetes type 2 vast te stellen. De A1C-test biedt voordelen voor patiënten en zorgverleners omdat deze de last van nuchtere en/of langdurige laboratoriumbezoeken wegneemt.
Een van de volgende resultaten zal een diagnose van prediabetes bevestigen:
- A1C 5,7%-6.4% of
- Vast plasmaglucose 100-125 mg/dL (verminderde nuchtere glucose) of
- 2 uur na 75 g orale glucose challenge 140-199 mg/dL (verminderde glucosetolerantie)
Hoewel de toekomstige ontwikkeling van diabetes type 2 mogelijk is wanneer de bloedtestresultaten onder deze marges liggen, wordt het risico op progressie groter voor personen met deze meer verhoogde testresultaten.
Belangrijke opmerking: Deze verschillende testmogelijkheden identificeren niet altijd dezelfde patiënten. Sommige personen kunnen bijvoorbeeld een normale nuchtere glucosetest hebben, maar tegelijkertijd een A1C-test in het prediabetesbereik. Als de verdenking op prediabetes hoog is, maar de eerste screeningstest normaal is, is het redelijk om een herhalingstest binnen een kortere periode te overwegen (bijv. 1 jaar) of om het “normale” resultaat te bevestigen met een van de andere twee screeningstestopties.
Ofwel de screeningmethode, het identificeren van individuen vóór de overgang naar diabetes type 2 maakt actie mogelijk, zoals het verstrekken van informatie en middelen voor preventie of het vaker uitvoeren van hertesten (bijv. om de 1 tot 3 jaar). 1 Het beslissingspad voor diabetes en prediabetes kan als leidraad dienen bij de interpretatie van labresultaten.
Prediabetes is een tussenstadium in de ontwikkeling van type 2 diabetes. Het is belangrijk in dit stadium in te grijpen om progressie te voorkomen. Patiënten moeten worden geadviseerd over de noodzaak om gewicht te verliezen door een gezondere levensstijl aan te nemen, waaronder het maken van gezonde voedingskeuzes en het opvoeren van lichamelijke activiteit. Overweeg verwijzing naar een leefstijlinterventieprogramma dat gebaseerd is op de principes van het door de National Institutes of Health gesponsorde Diabetes Prevention Program, zoals het National Diabetes Prevention Program. Overweeg ook metformine voor patiënten jonger dan 60 jaar met prediabetes plus andere risicofactoren, zoals A1C>6%, hypertensie, laag HDL-cholesterol, verhoogde triglyceriden of familieanamnese van diabetes bij een eerstegraads familielid en die zwaarlijvig zijn (BMI van 30 of hoger).