Weten we de afzonderlijke cellulaire en structurele componenten van de lever, dan bekijken we nu de structurele organisatie van de lever. Er zijn twee bruikbare manieren om de histologische architectuur van de lever te beschrijven: lobben of acini.

Hepatische lobule (Kiernan’s lobule)

De lobulaire organisatie van de lever is een van de meer histologisch relevante manieren om de leverarchitectuur te begrijpen. De twee belangrijkste structurele herkenningspunten die bij de bespreking van de hieronder beschreven organisatorische aspecten in aanmerking moeten worden genomen, zijn de centrale aders en de portale triades. De centrale ader ligt in het midden van de leverkwab. Elke centrale ader heeft meerdere portale triades die zorgen voor de bloedtoevoer naar die regio. Daarom kunt u zich gemakkelijk oriënteren door eerst een centrale ader te identificeren (het centrum van een lobule) of een portaaldriehoek te identificeren (de periferie van een lobule).

De leverkwab wordt waargenomen als een zeshoekige structuur waarbij de centrale ader zich in het centrum bevindt en de hepatocyten stralende koorden vormen vanuit de centrale ader, vergelijkbaar met de spaken van een wiel die uitstralen vanuit de centrale naaf. Op de buitenste “hoeken” van de zeshoek bevinden zich portale triades.

De hepatocellulaire regio’s binnen de klassieke lobule omvatten portale, midzonale en centrilobulaire. Portale hepatocyten zijn bijvoorbeeld de hepatocyten die het dichtst bij de portale triaden liggen, en centrilobulaire hepatocyten omgeven de centrale ader.

De varkenslever bevat grotere hoeveelheden fibreus bindweefsel dat de portale kanalen overbrugt, en een band vormt die de omtrek van de lobule benadrukt en de lobulaire organisatie van de lever illustreert.

Hepatische acinus (Acinus van Rappaport)

Waar de lobulaire organisatie is gebaseerd op de fysieke organisatie van structuren binnen de lever, is de leveracinus meer gebaseerd op functie. De acinus (meervoud: acini) belicht de hepatische bloedstroom en metabolische activiteit, en is bijzonder nuttig wanneer leverziekte of pathologie wordt beschouwd.

De acinus heeft de vorm van een driehoek. De centrale ader bevindt zich in de punt van de driehoek en de basis bevindt zich aan de buitenrand, met de andere twee punten van de driehoek geassocieerd met portale triades. In dit model worden de hepatocyten gedefinieerd door zones. Hepatocyten in zone 1 (ook wel de periportale zone genoemd) bevinden zich het dichtst bij de portale gebieden en ontvangen als eerste zuurstof- en nutriëntenrijk bloed. Deze hepatocyten zijn metabolisch actief en betrokken bij de cholesterolsynthese, de oxidatie van vetzuren en de productie van galzuren. Daarentegen ontvangen de hepatocyten in zone 3 (centrilobulair) zuurstof- en nutriëntenarm bloed en zijn zij in belangrijke mate betrokken bij de glycolyse, de lipogenese en de biotransformatie van lichaamsvreemde stoffen (hoogste cytochroom p450-concentratie). Zone 2 (midzonale) hepatocyten hebben een aanzienlijk regeneratief potentieel en deze regio bevat het grootste aantal ovale cellen.

FIGUUR (S): Hepatische organisatie

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.