13 juli 2020, 17:32
Het klassieke nummer uit Nevermind is door de jaren heen onderwerp van discussie geweest. Hier is wat Kurt Cobain erover te zeggen had.
Nirvana’s Nevermind was pas het tweede album van de band uit Seattle, maar sinds de dood van Kurt Cobain zijn de teksten keer op keer uit elkaar geplukt en geanalyseerd.
Neem het nummer Lithium, bijvoorbeeld. Het werd uitgebracht als de derde single van Nevermind in het Verenigd Koninkrijk op 13 juli 1992, meer dan negen maanden nadat het album was verschenen in de winkels. De titel – die niet in de eigenlijke tekst voorkomt – verwijst naar het medicijn dat vooral wordt voorgeschreven om bi-polaire stoornis te behandelen.
Dit maakt de betekenis van het nummer vrij duidelijk, lijkt het. Kurt’s nicht, Beverly Cobain, beweerde in een interview dat de muzikant zelf gediagnosticeerd was als bi-polair. “Zoals Kurt ongetwijfeld wist, kan bipolaire ziekte zeer moeilijk te beheersen zijn,” zei ze, in haar hoedanigheid van geestelijke gezondheidsprofessional. “De juiste diagnose is van cruciaal belang. Helaas voor Kurt is de naleving van de juiste behandeling ook een kritieke factor.”
Dus zou Lithium een ode lijken aan de drug die een deel uitmaakte van Kurt Cobains leven?
Cobain onthulde een heel andere inspiratie voor het nummer, in de nasleep van de release van Nevermind.
Hij vertelde Musician magazine in januari 1992 dat Lithium “een ander verhaal was dat ik verzon, maar ik voegde er wel wat van mijn persoonlijke ervaringen aan toe, zoals het uitmaken met vriendinnen en het hebben van slechte relaties, het voelen van die doodsleegte die de persoon in het liedje voelt – erg eenzaam, ziek.”
Het was echter de regel “Light my candles in a daze / ‘Cause I’ve found God” die meer dan één journalist ertoe aanzette te speculeren of het eigenlijke onderwerp religie was.
Tijdens een gesprek met het tijdschrift Flipside in mei 1992 ging Kurt dieper op het onderwerp in toen hem werd gevraagd of de regel een aanval was op mensen die “gehersenspoeld” waren door religie.
“Het verhaal gaat over een jongen die zijn vriendin is kwijtgeraakt,” legde hij uit. “Ik weet niet waaraan ze is gestorven, maar laten we zeggen aan AIDS of een auto-ongeluk of zo. Hij piekert en wendt zich tot het geloof als laatste redmiddel om zichzelf in leven te houden. Om zelfmoord te voorkomen.
“Soms denk ik dat religie goed is voor bepaalde mensen. Het is goed om religie te gebruiken als laatste redmiddel voordat je gek wordt.
“Ik heb een familielid van wie ik veel hou en die me echt inspireerde, want ze was muzikante en ik ging altijd naar haar huis. En we voelden dat ze zelfmoord ging plegen. Nu is ze een wedergeboren christen – en door het geloof leeft ze nog steeds. Ik denk dat dat oké is.”
Cobain onthulde later aan Nirvana-biograaf Michael Azerrad dat de regels ook geïnspireerd waren op de ouders van zijn vriend Jesse Reed, die Born Again Christians waren en met wie de muzikant een tijd had samengewoond. Hij legde uit: “Ik heb altijd gevonden dat sommige mensen religie in hun leven moeten hebben… Dat is prima. Als het iemand zal redden, is het oké. En de persoon in had het nodig.”
“Zijn gezinsleven was een puinhoop,” herinnert Jesse’s vader Dave Reed zich, in het boek Love And Death. “Hij had grote problemen met zijn moeder en hij ging door een hele slechte tijd. Hij en mijn zoon waren altijd samen, dus vroeg ik hem of hij bij ons wilde blijven. Hij greep die kans met beide handen aan. Ik denk dat Kurt me zag als een Ned Flanders-achtige kerel. Kurt werd een wedergeboren christen door mijn zoon Jesse en onze familiale omgeving. Hij ging naar de kerk bijna elke keer als de deur open was. Een tijdlang nam hij het christelijke leven heel serieus.”
Kurt’s flirt met het christendom duurde niet lang, maar zijn contact met de plaatselijke kerk had één voordeel – het was hier dat Cobain de toekomstige Nirvana-bassist Krist Novoselic ontmoette.