Vraag het de experts
Ik ben een boek aan het lezen waarin staat dat een tekort aan aminozuren kan leiden tot hunkeren naar voedsel. Is dit waar?
Doctors antwoord
Voor veel mensen zou het een droom zijn om te begrijpen wat hun hunkeren naar voedsel veroorzaakt, of beter nog, wat dit voorkomt. Het lijkt wel alsof alles en nog wat een hunkering kan opwekken, en als de hunkering eenmaal toeslaat, is het voedsel overal te vinden om zich eraan te voeden. Er wordt op dit gebied voortdurend onderzoek gedaan en men is er in geslaagd een aantal oorzaken en behandelingsmogelijkheden voor cravings vast te stellen.
Een craving wordt gedefinieerd als een intens verlangen om een bepaald voedsel of een bepaald soort voedsel te consumeren, dat moeilijk te weerstaan is. Er zijn aanwijzingen dat mensen de neiging hebben om te hunkeren naar bepaalde soorten voedsel, met name zoetigheid en vetrijk voedsel. Het is belangrijk om te bepalen of je trek fysiologisch of psychologisch is. Als je fysieke honger hebt, zijn voedingsmiddelen met veel vezels en/of eiwitten ideaal om je vol te stoppen. Als het psychologisch is, hebben we de neiging om te hunkeren naar koolhydraatrijk voedsel voor het stemmingsverbeterende effect dat ze produceren als gevolg van hun effect op het serotonineniveau in onze hersenen.
Er kunnen momenten zijn waarop we hunkeren naar specifieke voedingsmiddelen waar we een tekort aan hebben. Een recente studie toonde aan dat wanneer mensen in een van de twee groepen werden geplaatst (koolhydraatbeperkt of eiwitbeperkt), ze uiteindelijk hunkeren naar voedsel uit de groep die werd beperkt. Theoretisch zou dit de enige situatie zijn waarin een tekort aan aminozuren zou kunnen leiden tot hunkeren naar voedsel. Aminozuren zijn namelijk de bouwstenen van eiwitten. De beperking van hun eiwitinname betekende dus dat deze mensen ook een tekort aan aminozuren hadden. Het is belangrijk op te merken dat wanneer hun proteïne-inname werd beperkt, zij alleen hunkerden naar datgene waarin zij een relatief tekort hadden. Dit betekent dat de gebruikelijke trek in zoetigheid en vetrijk voedsel niet het gevolg was van een aminozuurtekort.