De onthulling op Parliament Square herdenkt de 100e verjaardag van Gandhi’s terugkeer uit Zuid-Afrika naar India om de onafhankelijkheidsstrijd te beginnen.
In een ironische wending deelt Gandhi’s beeltenis nu dezelfde ruimte als een standbeeld van de vroegere Britse leider Winston Churchill, die de Indiase onafhankelijkheid probeerde te dwarsbomen en die Gandhi en zijn doelstellingen verachtte.
Churchill noemde Gandhi “een opruiende Middle Temple-advocaat, die zich nu voordoet als een fakir van een type dat welbekend is in het Oosten en halfnaakt de trappen van het Vice-Regaal Paleis oploopt.”
India werd in 1947 onafhankelijk van Groot-Brittannië, voor een groot deel dankzij Gandhi’s vreedzame campagne van burgerlijke ongehoorzaamheid.
Gandhi werd op 2 oktober 1869 geboren in Porbandar, India. Hij studeerde rechten in Londen maar verhuisde in 1893 naar Zuid-Afrika, waar hij zich 20 jaar lang verzette tegen discriminerende wetgeving tegen Indiërs. Door verzet te plegen via massale geweldloze burgerlijke ongehoorzaamheid werd hij een van de belangrijkste politieke en spirituele leiders van zijn tijd.
In 1915 keerde Gandhi terug naar India, waar hij de Home Rule beweging steunde, en werd hij leider van het Indian National Congress. In 1930 leidde hij een belangrijke mars naar zee om zout te verzamelen in symbolische weerlegging van het regeringsmonopolie.
In augustus 1947 verleende Groot-Brittannië India onafhankelijkheid, maar het Brits-Indiase Rijk werd verdeeld in twee dominions, een Hindoe-meerderheid in India en moslim in Pakistan.
Na de onafhankelijkheid probeerde Gandhi het hindoe-moslimconflict in Bengalen te stoppen, een politiek die leidde tot zijn moord in Delhi door een hindoefanaticus.