De meeste verkrachters (hoe verachtelijk ze ook zijn op andere manieren) zijn niet tevens sadisten. Het is uiterst belangrijk om dit onderscheid te maken – de aan- of afwezigheid van een geestelijke stoornis volgens de DSM-IV bepaalt of een psychiatrische opname door een SVP grondwettelijk juist is of niet, en of het een schending van burgerrechten is. De uitspraken van het Hooggerechtshof die de grondwettigheid van SVP statuten accepteren zijn heel duidelijk in de eis dat het individu een predisponerende geestelijke stoornis moet hebben om hem te onderscheiden van de gewone crimineel. Bij afwezigheid van een echte geestelijke stoornis vormt psychiatrische opsluiting een dubbele strafbaarheid en een gebrek aan een eerlijk proces. Het wordt echt niet meer dan een zeer dun verhulde vorm van ongrondwettelijke preventieve hechtenis.

Mijn doel hier is om de overeenkomsten en verschillen tussen de brede categorie van verkrachting en de enge categorie van DSM-IV sadisme op een rijtje te zetten. Hopelijk zal dit helpen voorkomen dat beoordelaars van SVP hun eigen overdreven inclusieve, idiosyncratische en in de volksmond gebruikte definities van sadisme ontwikkelen. Anders kan sadisme een nieuwe achterdeur worden die gebruikt wordt om de ongepaste psychiatrische opname van verkrachters te rechtvaardigen.

De DSM-IV-TR definitie van seksueel sadisme vereist langdurige, terugkerende, intense seksueel opwindende fantasieën, driften of gedragingen waarbij het psychisch of lichamelijk lijden en de vernedering van het slachtoffer seksueel opwindend is voor de persoon. De sadistische handelingen kunnen bestaan uit vastbinden, blinddoeken, paddling, spanking, zweepslagen, knijpen, slaan, verbranden, elektrische schokken, verkrachting, snijden, steken, wurgen, marteling, verminking, of moord. Het sadistisch gedrag begint meestal op jonge leeftijd, is chronisch en zal zich waarschijnlijk blijven herhalen totdat de persoon wordt aangehouden. De ernst van de sadistische handelingen neemt meestal in de loop van de tijd toe.

De meeste seks onder dwang volgt dit patroon niet en moet niet worden gediagnosticeerd als seksueel sadisme. In plaats daarvan is verkrachting bijna altijd een uiting van een of andere vorm van gewone criminaliteit: opportunistische verkrachting, verkrachting onder de ontremmende invloed van middelen, verkrachting als onderdeel van een algemeen antisociaal persoonlijkheidspatroon, verkrachting vanwege een slecht beoordelingsvermogen, verkrachting uit dominantie, groepsverkrachting, verkrachting uit winstbejag, date-verkrachting, en verkrachting onder invloed van andere psychische stoornissen.

Hoewel verkrachters en sadisten beiden hun slachtoffers gewelddadige seks toedienen, is het doel van geweld bij de meeste verkrachters niet sadistisch. De verkrachter is gewelddadig om het slachtoffer snel en grondig onder controle te krijgen en haar te dwingen tot seksuele handelingen. Voor de meeste verkrachters is geweld niet meer dan een middel om de niet-instemmende persoon te dwingen toe te geven.

Het stereotiepe en rituele geweld bij sadistische verkrachting vervult daarentegen diepgewortelde fantasieën die de hoofdgebeurtenis van de seksdaad vormen. Voor de sadist zou seks lang niet zo opwindend zijn (en misschien zelfs helemaal niet mogelijk) als het niet gepaard zou gaan met voldoende geweld van precies de juiste soort om het slachtoffer zoveel mogelijk pijn, vernedering en leed te ontlokken. Het toebrengen van pijn is het doel van de verkrachting, niet het bijkomstige middel.

Hoewel verkrachters en sadisten beiden wreed en onempathisch zijn en zich niet bekommeren om het slachtoffer, hebben zij ook weer verschillende motieven. Voor de sadist wordt de seksuele opwinding versterkt door (of kan uitsluitend bestaan uit) wreed zijn op een manier die pijn uitlokt. Voor de verkrachter is de toegebrachte pijn instrumenteel.

De verkrachter en de sadist hebben beiden geen geweten dat hen ervan weerhoudt anderen pijn te doen, maar alleen de sadist heeft de pijn van het slachtoffer nodig als seksuele stimulans.

Verkrachting is altijd een afschuwelijke, lelijke, gewelddadige en wrede misdaad. Maar het geweld en de wreedheid die bij alle verkrachtingen horen, moeten niet verward worden met het specifiek gemotiveerde geweld en de wreedheid die seksueel sadisme onderscheiden (waarbij de pijn van het slachtoffer noodzakelijk is om seksuele opwinding op te wekken).

Als dit onderscheid niet gemaakt wordt, zouden de meeste verkrachters een onjuiste diagnose van de geestelijke stoornis seksueel sadisme kunnen krijgen. Ze zouden dan onderworpen worden aan een psychiatrische SVP opname voor wat eigenlijk gewoon een misdaad is, geen geestelijke stoornis. Gewelddadig en hardvochtig zijn tijdens een verkrachting is inherent aan de misdaad en kan niet beschouwd worden als een geestelijke stoornis. Een dergelijk los gebruik van seksueel sadisme zou misbruik van de psychiatrische diagnose zijn, wat zou leiden tot ongerechtvaardigde psychiatrische opsluiting.

De SVP wetten en hun toepassing zijn bedoeld om het prijzenswaardige doel van openbare veiligheid te dienen. De motivatie is goed bedoeld en begrijpelijk, maar de daaruit voortvloeiende inbreuk op fundamentele grondwettelijke rechten is een te hoge prijs om te betalen. We moeten niet het ongelukkige voorbeeld volgen van andere landen die psychiatrische diagnoses misbruiken voor opsluitingsdoeleinden. Dit misbruik van de psychiatrie is een glibberig pad dat kan leiden tot de onderdrukking van politieke dissidentie, individuele verschillen en fundamentele burgerrechten.

Natuurlijk zal er af en toe een verkrachter zijn die ook voldoet aan de criteria voor seksueel sadisme en die daarom terecht als zodanig gediagnosticeerd en opgenomen zou kunnen worden in een SVP procedure. Maar de meeste verkrachters zijn misdadigers, geen geesteszieken. Zij moeten in de gevangenis worden opgenomen, niet in een ziekenhuis.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.