Vraag: “Waarom werd Johannes de Doper onthoofd?”
Antwoord: Volgens Mattheüs 14:1-12 en Marcus 6:14-29 was Herodias, de vrouw van koning Herodes Antipas, verantwoordelijk voor het overhalen van haar man om Johannes de Doper te onthoofden.
Meer dan eens had Johannes de Doper koning Herodes berispt omdat hij van zijn vrouw was gescheiden en met zijn nicht Herodias was getrouwd, die de vrouw van zijn broer Filippus was geweest. Filippus leefde nog, en zowel Filippus als Antipas waren ooms van Herodias. Om verschillende redenen was Herodes’ huwelijk met Herodias dus een overtreding van Gods wet (Leviticus 18:16; 20:21). Herodias ziedende van woede jegens Johannes de Doper omdat hij het gewaagd had zich uit te spreken, en om zijn vrouw tevreden te stellen, liet Herodes de profeet in de gevangenis gooien. Als machtig Romeins heerser had Herodes Johannes de Doper kunnen laten terechtstellen, maar hij respecteerde Johannes als een rechtvaardig man die de waarheid sprak en besloot hem niet ter dood te brengen. Herodes was geïntrigeerd door Johannes en hoorde hem graag spreken. Herodias daarentegen verafschuwde Johannes en wilde hem dood hebben (Marcus 6:17-20).
Uiteindelijk was Herodias’ haat tegen Johannes de Doper de reden dat hij werd onthoofd. Markus 6:19 zegt: “Herodias koesterde wrok tegen Johannes en wilde hem doden. Het idee in de oorspronkelijke Griekse taal is dat Herodias actief streefde naar Johannes’ dood. Herodias wachtte haar tijd af en wachtte op een kans om te handelen. Herodias greep de gelegenheid aan van Herodes’ verjaardagsfeest en vatte haar plan op om Johannes de Doper ter dood te brengen. Op het banket voerde de dochter van Herodes, die volgens de overlevering Salome heette, een provocerende dans uit om haar publiek met lust op te wekken. Het optreden van Herodias’ dochter beviel de koning en zijn gasten zeer. Herodes zei tegen het meisje: “Vraag me alles wat je wilt en ik zal het je geven . …tot de helft van mijn koninkrijk!” (Marcus 6:22-23, NLT). Met deze woorden pronkte koning Herodes met zijn vrijgevigheid en grootheid voor zijn gasten, maar al snel zou hij deze gelofte diep betreuren.
Herodias’ dochter ging en vroeg haar moeder: “Waar moet ik om vragen?” Koningin Herodias antwoordde: “Vraag om het hoofd van Johannes de Doper!” (Marcus 6:24, NLT). Het meisje haastte zich naar Herodes terug en zei: “Ik wil dat je me nu meteen het hoofd van Johannes de Doper op een schotel geeft” (vers 25). Haar wreedheid kwam duidelijk overeen met die van haar moeder.
Niet in staat om zijn haastig uitgesproken eed terug te nemen, ging de koning op de wens van het meisje in. Hij stuurde zijn beul naar de gevangenis waar Johannes de Doper was onthoofd. De soldaat keerde terug naar het banket met het hoofd van Johannes op een schotel en overhandigde het aan het meisje, dat het op haar beurt aan haar moeder gaf (Marcus 6:26-28). Later haalden Johannes’ volgelingen zijn lichaam op en begroeven het (vers 29).
John the Baptist werd onthoofd om Herodias’ bloeddorstige haat te bevredigen. Net zoals Elia werd gehaat door koningin Jezebel, zo werd degene die kwam in de kracht en geest van Elia gehaat door koningin Herodias. Gebruik makend van sluwe manipulatie en vernedering van haar eigen dochter, kreeg zij wat zij wilde van haar man, door zijn lust op te wekken en zijn verlangen te gebruiken om zijn gasten te behagen. Ze slaagde erin haar criticus het zwijgen op te leggen, althans naar buiten toe. Later kreeg koning Herodes last van zijn schuldgevoel, en toen hij hoorde van de wonderen van Jezus Christus, maakte hij zich zorgen dat Jezus eigenlijk Johannes de Doper was, opgestaan uit de dood (Marcus 6:14-16)!