De verhalen over het traditionele gebruik van dillekruid spreken elkaar tegen. Volgens de legende gebruikten de Noormannen een mengsel van dille om kinderen in slaap te sussen, terwijl de Romeinen het aan gladiatoren gaven als een stimulerend middel. Dillezaden geven dille augurken hun sterke unieke smaak, maar de gevederde bladeren van de plant hebben een mildere smaak. Dilleblaadjes vinden hun weg in recepten voor chowders, dips, yoghurts en salades.

Snijd de veerachtige blaadjes af met een keukenschaar voordat zich zaadhoofden vormen aan de dilleplant. Knip de bladeren dicht bij de stengel af. Laat de bladeren onder schoon water lopen of dompel ze in een kom met koel water om vuil en afval weg te spoelen.

Dep de dilleblaadjes droog met een schone keukendoek of een papieren handdoek en leg ze op een snijplank. Gebruik een koksmes om de zachte, veerachtige delen van dilleblaadjes en -stengels te scheiden van de dikke, houtachtige stengels. Gooi de dikke, houterige stengels weg.

Leg de dille op de snijplank. Hak de dille in fijne plakjes van ongeveer 1/8 inch uit elkaar. Houd het mes onder een lichte hoek om de vrijgekomen smaak en geur te maximaliseren.